Vliegtijd & gedrag
Eind juni-eind augustus in één generatie. De vlinders vliegen bijna uitsluitend overdag. De mannetjes zijn, vooral aan het eind van de middag, te lokken met feromoonpreparaten. De vlinders kunnen geen voedsel opnemen.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Frambozenglasvlinder
Rups: september tot het voorjaar van het derde jaar; de rups overwintert dus tweemaal. De rupsen zijn waarschijnlijk gemakkelijker te vinden dan de vlinders; als bij het ronddraaien van een frambozenstengel deze vlak boven de grond afknapt, zit er mogelijk een rups in.

Ei-afzet

Vlinder
Verspreiding
Van Noord-Spanje via heel Europa tot Siberië en Japan. Niet in grote delen van het Iberisch schiereiland, op de Britse eilanden, boven de poolcirkel en in grote delen van het mediterrane gebied. Geïsoleerd voorkomen in Noord-Portugal, Noord-Turkije en in de Kaukasus. Komt in heel Duitsland voor.
Benaming
- Duitse naam Himbeer-Glasflügler
- Oud Nederlandse naam frambozenwespvlinder
- Synoniemen Bembecia hylaeiformis
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Het belangrijkste kenmerk van de vlinders binnen de Sesiidae-familie is de doorzichtigheid van de vleugels. Vandaar dat vier soorten binnen deze familie worden aangeduid met glasvlinder. De framboos is de waardplant. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Auteursnaam en jaartal
(Laspeyres, 1801)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 11-14 mm. Een relatief grote wespvlinder; de zwartachtige voorvleugel heeft een rode voorrand. Op het achterlijf bevindt zich een groot aantal gele dwarsbandjes en aan het uiteinde bevindt zich een bosje oranje haren.