Vliegtijd & gedrag
Begin september-begin november en na de overwintering eind februari-half mei in één generatie. De vlinders zijn vanaf de schemering actief; in het najaar bezoeken ze overrijpe bramen en bloemen van klimop, in het voorjaar wilgenkatjes. De vlinders komen zowel op licht als op smeer.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Gageluil
Rups: maart-juli. De rups maakt een cocon in de strooisellaag en verpopt zich daar een aantal weken later. De soort overwintert als vlinder.

Rups

Vlinder
Verspreiding
Moerassen van Europa en Azië. In Europa naar het noorden tot boven de poolcirkel, westelijk tot Noord-Duitsland en België. Naar het zuiden tot de Italiaanse Alpen, Oostenrijk, Polen en Wit-Rusland. Meldingen uit Zuid-Engeland zijn twijfelachtig. Oudere opgaven uit Noord-Amerika betreffen vroegere ondersoorten van lamda die tegenwoordig zelfstandige soorten zijn.
Benaming
- Engelse naam Nonconformist
-
Synoniemen
Xylina lamda
Graptolitha lamda
Xylina lambda
Lithophane variegata
Lithophane zinckenii
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Voor deze uil is gagel een belangrijke waardplant. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Lithophane: lithos is een steen en phaino, phan is blijken te zijn; de vlinder vertoont gelijkenis met een steen en valt in rust daardoor nauwelijks op (hoewel de soorten uit dit geslacht vaker op een paaltje of takje zitten te rusten). lamda: de vleugel draagt een teken dat lijkt op de Griekse letter lam(b)da. De spelling met een 'b' wordt het meeste gebruikt. Waar precies die lambda moet worden gezocht is niet geheel duidelijk, óf aan de vleugelbasis óf in het midden van de vleugel.
Auteursnaam en jaartal
(Fabricius, 1787)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 17-20 mm. Deze uil lijkt sterk op de kleine manteluil (L. furcifera). De grondkleur van de voorvleugel varieert van licht- tot donkergrijs of purperachtig grijs; de vleugelwortel is vaak lichter. Evenwijdig aan de binnenrand van de vleugel ligt een zwarte lengtestreep, die vanaf de tapvlek tot voorbij de niervlek doorloopt. Kenmerkend is de opvallende grote zwartachtige, naar binnen gerichte pijlvlek halverwege de getande golflijn.