Gamma-uil

Autographa gamma

gamma-uil

Vliegtijd & gedrag

April-oktober in meerdere generaties; soms ook in de wintermaanden een waarneming. De vlinders vliegen zowel overdag als ´s nachts; ze komen goed op licht en in mindere mate op smeer. Overdag en in de schemering bezoeken ze geregeld bloemen, waarbij ze soms heftig met hun vleugels trillend op een blad of bij een bloem zitten. Hierdoor worden ze wel verward met de kolibrievlinder.

Verspreiding

Levenscyclus

Gamma-uil

Rups: mei-november. De ontwikkelingssnelheid van de rups is sterk afhankelijk van de temperatuur. De verpopping vindt plaats in een glanzende zilverkleurige cocon tegen een blad van de waardplant. De soort overwintert in zachte winters soms in Nederland als volgroeide rups of als pop.

Verspreiding

Noord-Afrika, Europa en Azië met uitzondering van de zuidoostelijke delen. Als trekvlinder bereikt gamma de noordelijkste delen van Scandinavië, IJsland en Groenland. Waar de noordgrens ligt van de standvlinders is nog niet bekend. Hacker (1989) vermoedt: 'de grens waarvan zuidelijk de gamma in gunstige jaren kan overleven ligt ongeveer langs de kusten van de Oost- en de Noordzee'.

Benaming

  • Engelse naam Silver Y
  • Duitse naam Gammaeule
  • Franse naam le Lambda
    le Gamma
  • Oud Nederlandse naam pistooltje
  • Synoniemen Plusia gamma
    Phytometra gamma
    Autographa messmeri
    Autographa voelkeri

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
Gamma-uil is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders' (begin vorige eeuw). Ter Haar noemde deze soort ook pitooltje.Het witte teken op de voorvleugel lijkt op de Griekse letter gamma. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
Autographa: autographos is met eigen hand geschreven; naar de lettertekens (gamma, jota e.d.) die de soort zelf op zijn vleugels heeft geschreven.gamma: gamma naar de metaalkleurige Griekse letter gamma op de voorvleugel. Linnaeus noemt dit goud, geen zilver.

Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Herkenning

Voorvleugellengte: 13-21 mm. Net als de verwante soorten houdt deze uil in rust de vleugels dakvormig omhoog. Op de bovenkant van het borststuk bevindt zich een opvallende kuif en verder naar achteren zijn twee kleinere kuifjes zichtbaar. De voorvleugel is bruin en grijs gemarmerd en heeft soms een paarsachtige tint. Aan de buitenzijde van de buitenste dwarslijn bevindt zich een breed naar de binnenrand uitlopende licht gekleurde veeg. Het belangrijkste kenmerk is de opvallende zilverkleurige ongebroken Y-vormige vlek in het midden van de voorvleugel. Zowel de grootte van de vlinder als de kleur van de voorvleugel kunnen sterk variëren.

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Landbouwgebieden

Stedelijke omgeving

Tuinen

Volkstuinen

Planten

Bosaardbei

Braam

Brandnetel

Kamperfoelie

Klaver

Kool

Nachtschade

Sleedoorn

Teunisbloem

Vlasbekje

Vlinderstruik

Walstro

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden