Vliegtijd & gedrag
Eind april-half juli in één generatie. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen geregeld op licht. Ze kunnen overdag uit takken worden geklopt.
- Ga direct naar
- Levenscyclus
- Herkenning
- Foto's
- Habitat & Waardplanten
Verspreiding in Nederland
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Levenscyclus
Geel beertje
Rups: juni-september. De soort overwintert als pop in een losse cocon tussen korstmossen.
Herkenning
Kenmerken vlinder
Voorvleugellengte: 13-16 mm. De vorm van de effen eigele voorvleugel is kenmerkend: de voorrand is bij het wortelveld helemaal recht en vertoont dan een sterke kromming in de richting van de vleugelpunt. Er is weinig variatie; afgevlogen exemplaren zijn iets bleker. De vlinder houdt in rust de vleugels plat boven het lichaam.
Gelijkende soorten vlinder
Gele exemplaren van het glad beertje (E. griseola) en van het naaldboombeertje (E. depressa) zijn groter en de voorrand van de voorvleugel is bij beide gelijkmatiger gebogen. Zie ook het felgeel beertje (E. lutarella).
Foto's
Rups
Cocon
Vlinder
Verspreiding
Zeldzaamheid
Zeer algemeen. Komt verspreid over het land voor; heeft zich de laatste jaren uitgebreid naar het westen en is in aantal toegenomen. RL: niet bedreigd.
België
Vrij algemeen in het hele land. Lokaal in hoge aantallen. De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Mondiaal
Van het noorden van het Iberisch schiereiland via West-Europa, inclusief het zuiden van Engeland, naar het oosten via de gematigde zone tot Oost-Azië. In het zuiden loopt de areaalgrens door het Middellandse Zeegebied, inclusief Italië en de Balkanlanden, Sardinië en Sicilië, tot Klein-Azië en in het noorden over Zuid-Scandinavië.