Vliegtijd & gedrag
Half juli-half september in één generatie. De vlinders komen op licht en worden overdag soms rustend in de vegetatie aangetroffen.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Geelblad
Rups: mei-juli. De rups verpopt zich aan de onderkant van de bladeren van de waardplant. De soort overwintert als ei op de waardplant.

Ei-afzet

Vlinder

Museum
Verspreiding
Van het Iberisch Schiereiland via West- en Midden-Europa naar Rusland; in het zuiden het Middellandse Zeegebied, de Balkan, Klein-Azië, de Zwarte Zee en de Kaukasus, in het oosten tot Toerkmenistan. Naar het noorden tot Zuid-Scandinavië.
Benaming
- Engelse naam August Thorn
- Duitse naam Eichen-Zackenrandspanner
- Franse naam l'Ennomos du chêne
- Oud Nederlandse naam eikenspanner
-
Synoniemen
Eugonia quercinaria
Ennomos angularia
Eugonia angularia
Ennomos carpinaria
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
geelbladDe namencommissie wilde omzichtig omspringen met oude namen en heeft een flink aantal namen die gebruikt werden in 'Onze vlinders' van Ter Haar (begin vorige eeuw) gehandhaafd of in iets aangepaste vorm overgenomen. Dat geldt ook voor deze geelblad. Bij Ter Haar was dat nog het gele blad. Werden daarbij kleur en vorm van de vlinder bedoeld? Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Ennomos: ennomos is wettelijk, binnen de wet en door Treitschke vertaald met 'rechtmässig', legaal; hij beschouwde dit genus als de omvatter van de echte Geometriden terwijl dan de andere genera de mindere spanners (buiten de wet) bevatten.quercinaria: Quercus is het plantengeslacht eik, een van de waardplanten.
Auteursnaam en jaartal
(Hufnagel, 1767)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 18-22 mm. Het mannetje is vrij slank gebouwd en houdt in rust de vleugels minder steil omhoog dan de andere Ennomos-soorten. De buitenste dwarslijn op de voorvleugel vertoont dicht bij de voorrand gewoonlijk een kleine knik richting de vleugelwortel om vervolgens weer terug te buigen richting de vleugelpunt. De binnenste lijn vertoont meestal een veel grotere en meer opvallende knik bij de voorrand. Het mannetje is helemaal donkergeel of enigszins oranje, het veel blekere vrouwtje is strokleurig. Zowel het mannetje als het vrouwtje kunnen een gevlekte voorvleugel hebben en een groot donker schaduwveld aan de buitenrand. De middenstip op de voorvleugel is vaak vaag.