Vliegtijd & gedrag
Half juli-half oktober in één generatie. De vlinders komen goed op licht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Geelschouderspanner
Rups: mei-juli. De rups is vooral ´s nachts actief en verpopt zich in de strooisellaag of vastgesponnen aan kleine planten. De soort overwintert als ei op de waardplant.

Vlinder
Verspreiding
Verbreiding als bij quercinaria; in het zuiden Italië en Griekenland maar niet op de Balkan en op de eilanden van de Middellandse Zee; in het noorden tot Midden-Scandinavië.
Benaming
- Engelse naam Canary-shouldered Thorn
- Duitse naam Erlen-Zackenrandspanner
- Franse naam l'Ennomos du tilleul
-
Oud Nederlandse naam
elzentakspanner
iepentakvlinder -
Synoniemen
Deuteronomos alniaria
Eugonia alniaria
Ennomos canaria
Eugonia canaria
Ennomos tiliaria
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Het prachtig geelbehaarde borststuk is kenmerkend voor deze spanner. Ook de Engelse naam wijst op het gele borststuk. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Ennomos: ennomos is wettelijk, binnen de wet en door Treitschke vertaald met 'rechtmässig', legaal; hij beschouwde dit genus als de omvatter van de echte Geometriden terwijl dan de andere genera de mindere spanners (buiten de wet) bevatten.alniaria: Alnus is het plantengenus els, correct door Linnaeus aangewezen als een waardplant.
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 16-20 mm. In de meeste gevallen onderscheidt het helder kanariegele borststuk deze spanner van de andere Ennomos-soorten. Verder vertoont de buitenste dwarslijn op de voorvleugel een vrij sterke kromming en bereikt deze lijn in een geleidelijke boog de voorrand. De afstand van deze lijn tot de vleugelpunt is in verhouding kleiner dan bij de andere Ennomos-soorten. Gewoonlijk is de middenstip duidelijk aanwezig. De grondkleur is doorgaans oranjegeel (soms donkerder) met een variabele donkere spikkeling; er komen echter ook vaalgele exemplaren voor.