Geelvleugeluil

Thalpophila matura

geelvleugeluil

Vliegtijd & gedrag

Half juli-half september in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen van onder andere kruiskruid.

Verspreiding

Levenscyclus

Geelvleugeluil

Rups: september-mei. De rups overwintert en komt op milde winterdagen tevoorschijn om te foerageren. De verpopping vindt plaats in een holte in de grond.

Verspreiding

Noordwest-Afrika en Zuid- en Midden-Europa. Naar het noorden tot Midden-Schotland, Zuid-Noorwegen, Midden-Zweden, Zuid-Finland en Estland. Naar het oosten tot Zuid-Rusland, Klein-Azië en de Kaukasus.

Benaming

  • Engelse naam Straw Underwing
  • Duitse naam Gelbflügel-Raseneule
  • Franse naam la Cythérée
  • Synoniemen Celaena matura
    Cerigo matura
    Luperina matura
    Cerigo texta

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
De lichtgele kleur van de achtervleugels zijn kenmerkend voor deze soort. De Latijnse soortnaam wijst ook op de achtervleugelkleur. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
Thalpophila: thalpos is zomerhitte en phileo is houden van. Een naam die goed past bij de naam matura.matura: maturus is rijp, naar de gele kleur van de achtervleugel, daarbij denkend aan de kleur van rijpend mais in de zomer.

Auteursnaam en jaartal
(Hufnagel, 1766)

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Herkenning

Voorvleugellengte: 17-20 mm. Deze fors gebouwde uil is goed te herkennen aan de karakteristieke strokleurige achtervleugel met de warmbruine zoom. Op de brede voorvleugel bevindt zich een opvallende witachtige buitenste dwarslijn, die bij de binnenrand vrij dik is en vaak duidelijk afsteekt tegen de rest van de vleugel. De binnenste dwarslijn vertoont vlak bij de vleugelbinnenrand een opvallende, naar buiten uitstekende tand. De grondkleur varieert van grijsachtig bruin tot donkerbruin, soms met een roodachtig bruine tint of een fijne witachtige spikkeling; de uitgebreidheid van de zwarte vlekken en lijnen is variabel. Het algemene patroon op de voorvleugel varieert weinig; soms is echter een duidelijke zwartachtige balk tussen de centrale dwarslijnen aanwezig.

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Bosranden

Duinen

Graslanden

Heiden

Parken

Tuinen

Planten

Beemdgras

Borstelgras

Kropaar

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden