Vliegtijd & gedrag
Eind mei-begin augustus in één generatie. De vlinders worden overdag soms op bloemen waargenomen en komen ´s nachts op licht.
- Ga direct naar
- Levenscyclus
- Herkenning
- Foto's
- Habitat & Waardplanten
Verspreiding in Nederland
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Levenscyclus
Gegolfde spanner
Rups: augustus-september. De soort overwintert als pop in een losse cocon in de strooisellaag of in losse aarde.
Herkenning
Kenmerken vlinder
Voorvleugellengte: 16-19 mm. Goed herkenbaar door de talrijke, dicht bij elkaar gelegen, donkerbruine en vuilwitte gegolfde dwarslijnen op de voor- en achtervleugel. Er is weinig variatie; soms liggen de dwarslijnen in het midden van de vleugel iets verder uit elkaar of zijn ze dikker waardoor een soort donkere band ontstaat.
Gelijkende soorten vlinder
Zie de kalkbandspanner (Cataclysme riguata).
Gelijkende soorten rups
Speerpuntspanner (Rheumaptera hastata).N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Foto's
Rups
Vlinder
Verspreiding
Zeldzaamheid
Vrij algemeen. Komt verspreid over het land voor; wordt in de westelijke helft van het land minder vaak waargenomen. RL: kwetsbaar.
België
Vrij algemeen in het hele land, maar doorgaans waargenomen in lage aantallen. De soort staat als Kwetsbaar op de Rode Lijst van Vlaanderen (Veraghtert et al. 2023).
Mondiaal
Spanje, Frankrijk en de Britse eilanden in het westen en in het noorden tot boven de poolcirkel. Van Midden- en Oost-Europa naar Siberië (ssp. sajana Bryk 1921), Japan, de Koerilen en tot Noord-Amerika; in het zuiden van Europa tot de zuidrand van de Alpen en de Karpaten.