Vliegtijd & gedrag
Half mei-eind september in één generatie. De vlinders komen goed op licht en zijn overdag gemakkelijk op te jagen.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Gehoekte schimmelspanner
Rups: maart-juni. De rups verpopt zich in de strooisellaag. De soort overwintert als ei.

Vlinder
Verspreiding
Europa, de gematigde (Aziatische) zone, Noordwest-China en Mongolië tot Oost-Azië. Niet in Portugal, niet op de eilanden van de Middellandse Zee, niet in Albanië, Griekenland en in het Europese deel van Turkije; in het noorden tot Lapland, ook in IJsland en op de Faeroer-eilanden. Niet in het Aziatische deel van Turkije maar wel in Kaukasië en Trans-Kaukasië. Ook in Noord-Amerika (Ferguson 1983) en in India (Heydemann 1929a).
Benaming
- Engelse naam Dark Marbled Carpet
- Duitse naam Spitzwinkel-Bindenspanner
- Franse naam la Cidarie de la myrtille
-
Synoniemen
Chloroclysta citrata
Larentia immanata
Cidaria immanata
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Voor schimmelspanner zie bij Dysstroma truncata. Gehoekte wijst op het verschil in verloop van de dwarslijn op de onderkant van de achtervleugel van beide schimmelspanners. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Chloroclysta: khloros is groenachtig geel en kluzo is wegwassen. Dit slaat op het vluchtige karater van de groenige kleuren van dit genus.citrata: citrus is de citroenenboom, van oorsprong een Afrikaanse boom met opvallend hout; later behoorde ook de sinaasappel tot de citrus-groep en de oranje kleur daarvan is terug te vinden in de tekening van de voorvleugels.
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1761)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 14-19 mm. Een zeer variabele soort met wisselende combinaties van bruine, oranje en witte banden en velden. De middenband is vaak donker met aan beide zijden een opvallende oranje zone, die begrensd wordt door witte dwarslijnen. Deze witte lijnen zijn vaak scherp getand en soms golvend. In de vleugelzoom zijn vaak zwarte pijlvormige vlekken aanwezig en in de vleugelpunt bevindt zich een zwart streepje. Opvallend is de uitstulping aan de buitenzijde van de middenband, waarnaast zich bij de voorrand van de vleugel een lichte veeg bevindt. De buitenste dwarslijn op de onderzijde van de achtervleugel is in het midden vaak scherp gepunt. Het donkere wortelveld is hoekig. De achtervleugel is egaal (licht)grijs. Al deze kenmerken zijn echter variabel. Er komen ook exemplaren voor met een witte middenband of met een vrijwel geheel donkere voorvleugel.