Vliegtijd & gedrag
Begin juni-half augustus in één generatie. De vlinders worden zelden gezien; soms zijn ze ´s morgens, net na het uitkomen, op wilgenstammen te vinden. Er is een feromoonpreparaat specifiek voor deze soort beschikbaar, maar de vlinders komen ook goed op het feromoon van de bananenmot (Opogona sacchari).
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Gekraagde wespvlinder
Rups: augustus-mei van het derde of vierde jaar. De rups overwintert gewoonlijk tweemaal. In het eerste jaar foerageert de rups dicht bij de grond in de wortel en verraadt zijn aanwezigheid door kleine hoopjes bruin houtpoeder aan de basis van de boom. In het tweede jaar gaan de rupsen dieper het wortelstelsel in. Ze maken een cocon boven het toekomstige uitkruipgat en zitten als pop dan ook ondersteboven. Let op oude uitkruipgaten en haksporen van spechten die proberen bij de rupsen te komen. Het resultaat van rupsenactiviteit is vaak te zien op gevelde wilgen.

Rups

Cocon

Vlinder

Museum
Verspreiding
Verbreid in gematigd- en Noord-Europa. In het westen en noorden van Ierland via Groot-Britannië, Scandinavië en de Baltische staten tot Noordwest-Rusland. Naar het zuiden via Centraal-Frankrijk en de Alpen tot Slovenië. Naar het oosten tot West-Oekraine en Wit-Rusland.
Benaming
- Engelse naam Lunar Hornet Moth
- Duitse naam Grosser Weiden-Glasflügler
-
Oud Nederlandse naam
valse hoornaarvlinder
zwartkopwespvlinder -
Synoniemen
Sphecia bembeciformis
Trochilia bembeciformis
Sesia bembiciformis
Sesia crabroniformis
Trochilium crabroniforme
Trochilium crabroniformis
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Een aantal soorten binnen de Sesiidae-familie heeft veel gelijkenis met wespen vandaar dat zeven soorten binnen deze familie met wespvlinder worden aangeduid.Deze soort heeft heldergele kraag achter de kop. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Sesia: ses is de vlinder of zijn rups. Linnaeus had de Sphinx in vier 'subfamilies' opgedeeld: 1) Legitimae alis angulatis; de pijlstaarten met gehoekte vleugels, 2) Legitimae alis integris; de pijlstaarten het 'hele' vleugels, 3) Legitimae alis integris; de pijlstaarten het 'hele' vleugels en die ook een anale pluim hebben en 4) Adscitae habitu & larva diversae; toegevoegde soorten, er anders uitziend en met andersoortige rupsen (Adscita en Zygaena). Fabricius noemde de derde groep Sesia en deze omvatte: de glasvleugelvlinders, de vlinders met een gelijkenis met andere insecten en de kolibrieachtige vlinders. De meeste kregen een naam waarin de gelijkenis met een ander insect werd duidelijk gemaakt. Latreille maakte de groep kleiner en liet er alleen de glasvleugelvlinders in toe. Nu is de naam slechts beperkt tot dit ene genus.bembeciformis: bembex is een graafwesp en formis, forma is lijkt op.
Auteursnaam en jaartal
(Hübner, 1806)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 15-19 mm. Kenmerkend zijn de zwarte kop, heldergele kraag op een verder hoofdzakelijk zwart borststuk