Vliegtijd & gedrag
Eind april-begin september in twee generaties; in gunstige jaren een derde generatie van september-half oktober. De vlinders vliegen in de schemering en komen op licht. De mannetjes vliegen overdag soms hoog rond de eikenkruinen en zowel de mannetjes als de vrouwtjes kunnen vanaf de lagere takken worden opgejaagd.
- Ga direct naar
- Levenscyclus
- Herkenning
- Foto's
- Habitat & Waardplanten
Verspreiding in Nederland
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Levenscyclus
Gele eenstaart
Rups: eind mei-begin oktober. De soort overwintert als pop in een stevige bruine cocon, gesponnen in een strak dichtgevouwen eikenblad.
Herkenning
Kenmerken vlinder
Voorvleugellengte: 13-18 mm. De grondkleur van dit eenstaartje dat, evenals de meeste soorten van deze onderfamilie, rust met vlak uitgespreide vleugels is geelbruin. De centrale dwarslijnen tekenen zich als lichtere lijnen hier tegen af. Het mannetje is vaak donkerder en bruiner dan het vrouwtje, dat op haar beurt over het algemeen groter is en geeloranje achtervleugels heeft. Verse vlinders hebben een lila tint. Opvallend op de voorvleugel is de donkere middenvlek met daarnaast een iets kleinere vlek; op de achtervleugel bevinden zich twee kleine stipjes. Er is weinig variatie; de vlinders van de eerste generatie zijn echter groter en warmer gekleurd.
Kenmerken rups
Tot 24 mm; vrij slank, naar de spitse staart versmald; lichaam bleekbruin met een fijn netwerk van donkerbruine en zwartachtige streepjes; segmenten vijf tot tien met een geelachtige, zadelvormige vlek op de rugzijde; segment drie met een grote, gevorkte wrat op de rug; kop lichtbruin met donkerder stipjes, ingesneden.
Gelijkende soorten vlinder
De beukeneenstaart (W. cultraria) heeft een iets donkerder middenband en de centrale dwarslijnen zijn licht afgezet. Op de voorvleugel ontbreekt doorgaans de extra vlek en de achtervleugel heeft geen stipjes.Bekijk de gedetailleerde verschillen met illustraties tussen de twee Watsonalla-soorten.
Gelijkende soorten rups
Beukeneenstaart (Watsonalla cultraria).N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Foto's
Ei-afzet
Rups
Vlinder
Museum
Verspreiding
Zeldzaamheid
Zeer algemeen. Komt verspreid over het land voor. RL: niet bedreigd.
België
Vrij algemeen in het hele land. Lokaal soms talrijk. De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Mondiaal
Noord-Spanje, West-Europa (inclusief Engeland), Midden- en Zuid-Europa, Litouwen, Letland, Zuid-Rusland, Klein-Azië. Naar het noorden tot in Denemarken en Zuid-Zweden, zuidelijk van de 57e breedtegraad. Schmidt (1991) geeft ook Noord-Afrika aan. Het is echter nog niet zeker of het hier om W. binaria gaat of om de sterk gelijkende D. uncinula (Borkhausen,1790). Van deze laatste is nog geen areaalomvang bekend.