Vliegtijd & gedrag
Eind april-eind augustus in één, soms twee generaties. De vlinders worden overdag vaak opgejaagd vanuit de bodemvegetatie en kunnen bij warm weer ook vliegend worden waargenomen. Na het invallen van de duisternis zijn ze rustend op stengels te vinden. Ze komen op licht, meestal in kleine aantallen.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Gele kustspanner
Rups: september-juli. De rups overwintert op de waardplant of op andere planten in de grasvegetatie.

Rups

Cocon

Vlinder
Verspreiding
Verbreid in de kustzones van Noordwest-Afrika en in het gehele kustgebied van Europa, inclusief de Zwarte Zee en de Middellandse Zee. Ook op Corsica, Sardinië en Sicilië, maar niet bekend van Kreta. Ontbreekt in Ierland, Noordwest-Engeland en de landen rond de Oostzee. Oostelijk tot in Midden-Azië. Soms ook landinwaarts.
Benaming
- Engelse naam Yellow Belle
- Duitse naam Wiesen-Staubeule
- Franse naam l'Aspilate ochracée
-
Synoniemen
Aspilates ochrearia
Semiaspilates ochrearia
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Deze spanner is bij ons een soort die voorkomt in de directe omgeving van de noordzeekust. De grondkleur van deze soort is geel hoewel ook bruinere exemplaren voorkomen. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Aspitates: aspitates werd later door Treitschke gecorrigeerd naar Aspilates, maar volgens de I.C.Z.N.-regels moet de eerste spelling gehandhaafd blijven. Aspilates is een kostbare Arabische steen waar Plinius melding van maakt.ochrearia: ochra is oker, een soort gele aarde, naar de grondkleur van de vlinder.
Auteursnaam en jaartal
(Rossi, 1794)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 12-16 mm. Heeft op de enigszins afgeronde gelige voorvleugel twee bruine, vaak gegolfde dwarslijnen. De grijze lijn op de wittige achtervleugel is eveneens gegolfd. Het vrouwtje is minder geel dan het mannetje, soms bijna bruinwit, en heeft ongeveerde antennen. De achterrand van de voorvleugel is soms geblokt, vooral bij het vrouwtje. De grootte kan enigszins variëren.