Vliegtijd & gedrag
Half juni-eind augustus in één generatie. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen zowel op licht als op smeer. Overdag zijn ze gemakkelijk op te jagen uit lage vegetatie; vaak maken ze een korte vlucht en gaan daarna op de onderzijde van een blad zitten.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Gele snuituil
Rups: augustus-juni. De rups overwintert tussen samengesponnen bladeren op de grond en daar vindt ook de verpopping plaats in een cocon.

Vlinder
Verspreiding
Wijdverbreid in Europa van de Atlantische kusten tot in de Oeral, van de Pyreneeën tot Zuid-Engeland en Zuid-Zweden. Naar het oosten via Klein-Azië, Siberië en Japan tot Sachalin en Korea.
Benaming
- Engelse naam Clay Fan-foot
- Duitse naam Trübgelbe Spannereule
- Franse naam l'Herminie dérivée
-
Synoniemen
Paracolax derivalis
Herminia derivalis
Herminea derivalis
Paracolax glaucinalis
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De snuituilen hebben opvallend naar voren uitstekende palpen (de snuit) op de kop van de vlinder.De grondkleur van deze soort is meer oker dan geel; de bijzondere kleur is wel kenmerkend. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Paracolax: para- is naast, vaak een gelijkenis aanduidend en kalox is een vleier; die mogelijk een deel van zijn techniek van anderen over heeft genomen. Mogelijk vanwege de onderlinge gelijkenis van de vier soorten die Hübner in dit genus opnam.tristalis: tristis is saai, somber, naar de wat sbere kleur van de vleugels.
Auteursnaam en jaartal
(Fabricius, 1794)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 14-16 mm. Deze snuituil is gemakkelijk van alle verwante soorten te onderscheiden door de warme zandbruine kleur van zowel de voor- als de achtervleugel. Op de fijn bestoven voorvleugel bevinden zich twee donkere dwarslijnen en de middenvlek is zichtbaar als een smal donker streepje. Evenals de andere snuituilen heeft deze soort een opvallende ‘snuit’, gevormd door de lange palpen.