Gele tijger

Spilosoma lutea

Vliegtijd & gedrag

Half april-eind augustus in één generatie, zelden een partiële tweede generatie in september. De vlinders komen op licht.

Gele tijger

Verspreiding in Nederland

Gele tijger

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Levenscyclus

Gele tijger

Rups: juli-oktober. De soort overwintert als pop in een cocon in de strooisellaag.

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 17-22 mm. Meestal goed te herkennen aan de vaalgele of witachtig gele voorvleugel met de rij langwerpige vlekjes die vanuit de vleugelpunt tot bijna halverwege de binnenrand van de vleugel loopt; bij effen exemplaren is dit vaak ook aan de onderkant te zien. De achtervleugel is meestal iets lichter van kleur. De hoeveelheid vlekjes, die soms zelfs streepjes zijn, varieert sterk.

Kenmerken rups

Tot 45 mm; lichaam grijsachtig bruin, donkerder op de rug, bekleed met bruine haarborstels op verheven, lichtbruine wratten; een onduidelijke bleke middenstreep over de rug en een brede, witachtige lengtestreep over de flanken; kop bleek geelachtig bruin.

Gelijkende soorten vlinder

De witte tijger (S. lubricipeda) en de mendicabeer (Diaphora mendica) missen de kenmerkende rij langwerpige vlekjes.

Gelijkende soorten rups

Mendicabeer (Diaphora mendica), sneeuwbeer (Spilosoma urticae), kleine beer (Phragmatobia fuliginosa), roomvlek (Arctia villica), witte tijger (Spilosoma lubricipeda) en roodbandbeer (Diacrisia sannio). N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).

Foto's

Verspreiding

Zeldzaamheid

Zeer algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.

België

Algemeen in het hele land. De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).

Mondiaal

Komt nagenoeg in heel Europa voor. In Scandinavië alleen in het zuidelijke deel en in Finland wordt lutea gezien als een zich uitbreidende soort (Schmidt 1991). Naar het oosten via Rusland en China tot in Japan en Korea.

Habitat

Bossen, heiden, duinen, struwelen en graslanden; ook parken en tuinen.

Waardplant

Bossen

Duinen

Graslanden

Heiden

Parken

Struwelen

Tuinen

Planten

Diverse planten en loofbomen, waaronder brandnetel, weegbree, zuring, kamperfoelie, hop, zuurbes, pruim en berk.

Waardplant

Berk

Brandnetel

Hop

Kamperfoelie

Sleedoorn

Weegbree

Zuring

Zuurbes

Benaming

  • Engelse naam Buff Ermine
  • Duitse naam Gelber Fleckleibbär
  • Oud Nederlandse naam tijgervlinder
  • Synoniemen Spilosoma lutea
    Spilarctia lutea
    Spilosoma lubricipeda
    Spilarctia lubricipeda

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
Een reeds lang bestaande naam. Gele slaat uiteraard op de grondkleur van de vlinder en werd toegevoegd om onderscheid met de witte tijger duidelijk te maken. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
Spilosoma: spilos is een stip, een vlek en soma is het lichaam, het lijf. Naar de dikke vlekken op het achterlijf van de vlinder.lutea: luteus is geel, naar de grondkleur van de vlinder.

Auteursnaam en jaartal
(Hufnagel, 1766)

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden