Vliegtijd & gedrag
Begin augustus-eind september in één generatie. De vlinders komen op licht en op smeer.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Gelijnde grasuil
Rups: maart-juli. De rups foerageert vooral ´s nachts, eerst op de bladeren van de waardplant, later onder aan de stengel en in de wortels. De eieren worden in vlucht uitgestrooid in het gras en overwinteren.

Ei-afzet

Rups

Vlinder

Museum
Verspreiding
Van het Iberisch schiereiland via heel Europa en de gematigde zone tot Siberië. In het noorden loopt de areaalgrens via Midden-Scandinavië en in het zuiden via het Middellandse Zeegebied, Klein- en Midden-Azië.
Benaming
- Engelse naam Feathered Gothic
- Duitse naam Weissgerippte Lolcheule
-
Franse naam
la Nasse
la Noctuelle de l'ivraie - Oud Nederlandse naam het geaderde uiltje
-
Synoniemen
Tholera popularis
Epineuronia popularis
Neuronia popularis
Heliophobus popularis
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Alle grasuilen hebben een relatie met grassen.De lichte lengtelijnen op de voorvleugel zijn kermerkend. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Tholera: tholeros is modderig, naar de kleur van de voorvleugels.decimalis: decimus is de tiende. Waarschijnlijk was dit simpelweg de tiende soort die Poda beschreef. De sterk geveerde antennen van het mannetje weerhield Poda ervan om deze soort bij de Noctua in te delen en dat bracht hem kennelijk in verwarring. Hij beschreef deze soort in Phalaena (een spannergenus) en dus had hij hem de uitgang -aria moeten geven, hij maakte daar echter -alis van dat bij de Pyraliden hoort. Hij heeft een slag om de arm willen houden.
Auteursnaam en jaartal
(Poda, 1761)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 16-22 mm. Opvallend zijn de geelachtig witte aders op de voorvleugel en de zwarte pijlvlekken aan de binnenzijde van de licht gekleurde golflijn. De dwarslijnen zijn donker en onopvallend. Het mannetje is stevig gebouwd, heeft een brede voorvleugel met een rechte voorrand en sterk geveerde antennen. Het vrouwtje heeft een nog bredere voorvleugel waarvan de voorrand recht of enigszins gebogen is.