Vliegtijd & gedrag
Half april-eind mei in één generatie. De vlinders rusten overdag in schorsspleten van eiken of tegen beukenstammen. Ze zijn nachtactief maar komen slecht op licht en leven vaak hoog in de bomen.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Gemarmerde dwergspanner
Rups: mei-juli. De soort overwintert als pop in de strooisellaag (soms twee jaren).

Vlinder
Verspreiding
Van het Iberisch Schiereiland via West- en Midden-Europa inclusief Engeland naar het oosten tot Rusland; in het noorden tot Zuid-Scandinavië in het zuiden van Noordwest-Afrika via de eilanden in het westelijke Middellandse Zeegebied en Italië tot de Balkan en Kreta. In Duitsland een verbrokkelde verspreiding en niet in Oost-Duitsland (Gelbrecht & Müller 1987). In het Middellandse Zeegebied duidelijk talrijker dan in Midden-Europa
Benaming
- Engelse naam Marbled Pug
- Duitse naam Silgen-Blütenspanner
- Franse naam l'Eupithécie arrosée
- Synoniemen Tephroclystia irriguata
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Alle soorten uit het Genus Eupithecia plus nog een aantal andere kleine spanners zijn samengebracht onder de groepsnaam dwergspanner.De tekening van de vlinder heeft een gemarmerd uiterlijk. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Eupithecia: eu is goed, goedig en pithex, pithekos is een dwerg. De vlinders hebben een aantrekkelijk uiterlijk en zijn klein. Haworth schrijft: mooie vlinders, als ze rusten zien ze er prachtig uit: de vleugels gespreid en vlak, elegant gedrukt tegen de ondergrond; eigenlijk helemaal ontworpen om ze in vlinderkasten te verzamelen.Irriguata: irrigatus is goed bewaterd. De lijntjes, stroompjes en beekjes in de beelden van Hübner, vullen een deel van de vleugels.
Auteursnaam en jaartal
(Hübner, 1813)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 9-11 mm. De voorvleugel is tamelijk smal en puntig en heeft een witachtige grondkleur. Langs de voorrand en de achterrand liggen fijne donkere vlekken en de grote zwarte middenstip is meestal langwerpig van vorm. Op de achtervleugel bevindt zich een duidelijke middenstip.