Vliegtijd & gedrag
Eind april-half augustus in twee generaties. De vlinders vliegen in de schemering en zowel mannetjes als vrouwtjes komen soms op licht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Gemarmerde oogspanner
Rups: juni-juli en augustus-oktober. De soort overwintert als gordelpop aan een wilgenblad.

Vlinder
Verspreiding
Van het Iberisch Schiereiland via heel Midden- en West-Europa tot Midden-Scandinavië, naar het oosten via de gematigde zone tot Zuid-Siberië. In het zuiden: het noorden van het Middellandse Zeegebied tot Bulgarije. In Italië zuidelijk tot Latium (Prola & Racheli, 1979).
Benaming
- Engelse naam Dingy Mocha
- Duitse naam Grauer Gürtelpuppenspanner
-
Franse naam
l'Ocellée-lichenée
l'Ephyre orbiculaire - Oud Nederlandse naam berkenmeter
-
Synoniemen
Ephyra pendularia
Cosymbia pendularia
Zonosoma pendularia
Zonosoma orbicularia
Ephyra orbicularia
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Oogspanners hebben alle een meer of minder duidelijk oog op de voorvleugels. Kleur en tekening van deze oogspanner geven een marmeren indruk. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Cyclophora: kuklos is een ring en phoreo is dragen. De discale vlekken op de voorvleugels van een aantal soorten.pendularia: pendulus is hangend. Komt waarschijnlijk van Betula pendularia, ruwe berk, hetgeen echter niet de waardplant van deze soort is maar wel van C. albipunctata die voorheen C. pendularia heette.
Auteursnaam en jaartal
(Clerck, 1759)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 12-14 mm. De dichte en vrij grove grijze bespikkeling van deze rossig met grijze nachtvlinder vormt bij verse exemplaren een goed onderscheid met verwante soorten. Op alle vleugels bevindt zich een middenstip in de vorm van een oogje.