Vliegtijd & gedrag
Begin mei-eind juli in één generatie; soms een partiële tweede generatie van eind augustus-eind september. De vlinders komen zowel op licht als op smeer.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Gestreepte rietuil
Rups: juni-april. De rups eet van de bladeren van de waardplant en verbergt zich overdag in een holle stengel. De soort overwintert als volgroeide rups in een cocon in een dode holle rietstengel of tussen losliggende dode rietstengels en verpopt zich daar in het voorjaar.

Vlinder

Museum
Verspreiding
Europa, noordelijk tot Midden-Engeland en Midden-Scandinavië. Naar het zuiden tot Zuid-Spanje, Zuid-Italië en Griekenland. Voor- en Midden-Azië tot Midden-China.
Benaming
- Engelse naam Obscure Wainscot
- Duitse naam Salweiden-Wicklereulchen
- Franse naam la Leucanie obsolète
-
Synoniemen
Mythimna obsoleta
Sideridis obsoleta
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De enige waardplant van deze soort is riet.De witte lengtelijnen (aders), gecombineerd met de wat donkerder tussenruimtes, geven deze vlinder een gestreepte uiterlijk. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Mythimna: mithimna is een stad op het eiland Lesbos. Deze uitleg komt van Treitschke die 'Die Schmetterlinge von Europa' afmaakte na de dood van Ochsenheimer. Sodoffsky (1837) verbeterde de spelling naar Mithimna.obsoleta: obsoletus is oud, donker, onderontwikkeld (van de vlekken). Te bedenken dat Hübner een vorm beschreef die bij ons niet gewoon is.
Auteursnaam en jaartal
(Hübner, 1803)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 15-18 mm. De grondkleur van de voorvleugel is lichtbruin en rond de witte aders bevinden zich opvallende donkerbruine schubben, waardoor deze uil een gestreepte indruk maakt. Een van de hoofdaders eindigt midden op de voorvleugel in een kleine witte stip. De gebogen buitenste dwarslijn bestaat uit een aaneengesloten rij donkere stippen. Soms is een fijne spikkeling op de vleugel aanwezig. De achtervleugel is vuilwit met een donkere zone langs de achterrand.