Vliegtijd & gedrag
Eind april-eind juni in één generatie. De vlinders worden soms rustend op muren of hekken gevonden. Na het invallen van de duisternis worden ze vaak vliegend waargenomen langs bosschages en struwelen. Ze komen goed op licht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Getande spanner
Rups: juni-september. De ontwikkeling van de rupsen duurt opvallend lang. De soort overwintert als pop in de strooisellaag of tussen mos.
 002a Petra Tenge rups.webp)
Rups

Vlinder
Verspreiding
Nominaatvorm: Spanje en Frankrijk in het zuiden, in het westen de Britse eilanden en via West- en Midden-Europa tot de Oeral. Als ssp. exsul (Tschetverikov, 1904) via Siberië, het Amoer-Oessoeri-gebied tot de Koerilen en Japan; in het zuiden het Middellandse Zeegebied, de Balkan en de Zwarte Zee in het noorden tot Noord-Scandinavië.
Benaming
- Engelse naam Scalloped Hazel
- Duitse naam Doppelzahnspanner
- Franse naam l'Ennomos dentelée
- Synoniemen Gonodontis bidentata
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Getande spanner is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders' (begin vorige eeuw).De achterrand van de voorvleugel is getand. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Odontopera: odous, odontos is een tand en peras is het einde, eigenlijk in tijd maar hier vrijelijk toegepast op een plaats: de randen; naar de getande vleugelranden.bidentata: bidens is met twee tanden, wijzend op het feit dat van de aanwezige tanden er twee groter zijn dan de andere.
Auteursnaam en jaartal
(Clerck, 1759)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 20-24 mm. Deze spanner, die in rust de vleugels helemaal plat houdt, is driehoekig van vorm en heeft sterk en onregelmatig geschulpte randen aan de voorvleugel. Het veld tussen de centrale dwarslijnen op de voorvleugel is soms donkerder gekleurd waardoor een middenband gevormd wordt, maar het kan ook dezelfde kleur hebben als de rest van de vleugel of zelfs iets lichter zijn. De grondkleur varieert van witachtig bruin tot diep chocoladebruin; de meeste vlinders zijn geelbruin met witgerande dwarslijnen. Zowel op de voor- als op de achtervleugel bevindt zich altijd een centrale ringvormige vlek.