Vliegtijd & gedrag
Begin mei-eind juni in één generatie. De vlinders komen op licht en kunnen ´s nachts op rietstengels worden aangetroffen.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Gevlamde rietuil
Rups: juni-november. De rups foerageert ´s nachts en verbergt zich overdag in een holle rietstengel. De soort overwintert als pop in een losse cocon in een holle dode rietstengel.

Vlinder
Verspreiding
Een Euro-Aziatische soort die voorkomt van Zuid-Engeland via Midden- en Noord-Europa en voormalig Rusland tot aan Japan. Beperkt tot rietvegetaties langs rivieren, meren en in moerassen. Ontbreekt in Noord-Scandinavië en grote delen van Zuid-Europa (Portugal, Spanje, Italië, de Balkan en de eilanden in de Middellandse Zee).
Benaming
- Engelse naam Flame Wainscot
-
Franse naam
la Leucanie du roseau
le Feu-Follet - Oud Nederlandse naam slanke rietuil
-
Synoniemen
Mythimna flammea
Meliana flammea
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De enige waardplant van deze soort is riet.De lange donkere veeg op de voorvleugel geeft de suggestie van een vlam. Zie ook 'toelichting wetenschappelijke naam'. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Mythimna: mithimna is een stad op het eiland Lesbos. Deze uitleg komt van Treitschke die 'Die Schmetterlinge von Europa' afmaakte na de dood van Ochsenheimer. Sodoffsky (1837) verbeterde de spelling naar Mithimna.flammea: flammeus is als een vlam, gekleurd als een vlam: 'wat grotere vleugels met een bruine, op een vlam lijkende streek in het centrum', aldus Curtis in 1829.
Auteursnaam en jaartal
(Curtis, 1828)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 14-18 mm. Een opvallende, tenger gebouwde uil door de karakteristieke vleugelvorm en het enigszins gevlamde uiterlijk. De voorrand van de voorvleugel is sterk gebogen, de vleugelpunt is spits en de achterrand wijkt sterk naar binnen. De lichtbruine, soms grijsachtige, voorvleugel heeft soms een rozeachtige tint. Vanuit de vleugelwortel loopt een zwarte streep midden over de vleugel; aan de zijde van de binnenrand van de vleugel loopt langs deze zwarte streep een schaduw die in kleur kan variëren van rozeachtig via geelachtig bruin tot donkerbruin. Tussen deze streep en de binnenrand is de vleugel vaak bruinachtig en langs de voorrand ligt een brede lichte baan. De buitenste dwarslijn bestaat uit een onregelmatige rij zwarte stippen.