Vliegtijd & gedrag
Half maart-eind april in één generatie. De mannetjes vliegen met zonnig of warm bewolkt weer van halverwege de ochtend tot vroeg in de middag. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes vliegen in de schemering en komen op licht. Ook worden ze soms overdag gevonden, rustend op berkentakken of andere vegetatie tot twee à drie meter boven de grond.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Gevlamde vlinder
Rups: mei-juli. De rupsen leven eerst in groepen bij elkaar, daarna solitair. Overwintering vindt plaats als pop in een losse cocon op de grond. De eieren worden afgezet op de buitenste twijgen van lage berken op open, zonnige en beschutte plaatsen.

Ei-afzet

Rups

Cocon

Vlinder
Verspreiding
Van het noorden van het Iberisch schiereiland (Atlantische Oceaan) en de Britse eilanden via heel Europa oostwaarts tot Oost-Azië. Niet in het uiterste noorden van Scandinavië en niet rond de Middellandse Zee.
Benaming
- Engelse naam Kentish Glory
- Duitse naam Birkenspinner
- Franse naam le Bombyx versicolore
-
Oud Nederlandse naam
berkenspinner
gevlamde spinner
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Gevlamde vlinder is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders'.Gevlamde wijst op de mooie kleurverdeling op de voorvleugels. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Endromis: en is in en dromos is hardlopen; endromis wordt gebruikt voor zowel hardloopschoenen als voor een pak dat de hardloper warm moest houden na de race. Hier is het laatste bedoeld, hetgeen betrekking heeft met het dichte harenpak op het vlinderlijf.versicolora: versus is omgedraaid, teruggekeerd en color is kleur. Dit slaat op de dwarslijnen op de voorvleugel. Die zijn zwart en de ene heeft de witte rand aan de binnenkant en de ander aan de buitenkant. Macleod veronderstelt dat de naam te maken heeft met de kleurverandering van de rups van zwart naar groen maar dat kan niet kloppen omdat Linnaeus geen kennis had van de levenscyclus van deze soort.
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: ♂ 27-30 mm, ♀ 34-39 mm. Een grote, forse nachtvlinder die goed te herkennen is aan de chocolade- tot kaneelbruine met crèmekleurige gevlamde tekening. Het kleinere mannetje heeft een donkerdere, diepere kleur dan het vrouwtje; de achtervleugel van het mannetje is oranjebruin zonder wit en met betrekkelijk weinig tekening. Bij het lichtere, zachter gekleurde vrouwtje heeft de achtervleugel eenzelfde gevlamd en gekleurd uiterlijk als de voorvleugel.