Gevlekte heispanner

Dyscia fagaria

gevlekte heispanner

Vliegtijd & gedrag

Begin mei-eind juni in één generatie. De mannetjes zonnen op stenen en kale stukjes grond en zijn overdag gemakkelijk te verstoren. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes kunnen in het donker rustend op hei gevonden worden. Ze komen in kleine aantallen op licht.

Verspreiding

Levenscyclus

Gevlekte heispanner

Rups: juli-mei. De soort overwintert als jonge rups en verpopt zich in een cocon op de waardplant of in de strooisellaag.

Verspreiding

Van Ierland tot het Amoer-gebied en in Zuidwest-Europa (Vendée, Zuid-Frankrijk, Midden-Spanje). Niet in boreale gebieden, niet in het zuidwesten van Midden-Europa en niet in Noordwest-Frankrijk. Ook niet in Zuid- en Zuidoost-Europa (Trusch & Erlacher, 2001).

Benaming

  • Engelse naam Grey Scalloped Bar
  • Duitse naam Dunkelstirniges Flechtenbärchen
  • Franse naam la Fidonie des bruyères
  • Synoniemen Scodiona fagaria
    Synopsia fagaria
    Scodiona belgaria
    Scodiona belgiaria
    Scodiona favillacearia

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
De waardplanten van deze spannersoort zijn heidesoorten en het uiterlijk van de vlinder is min of meer gevlekt. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
Dyscia: duo, du- is twee en scia is een schaduw, wijzend op de twee subterminale donkere vlekken op de voorvleugel.fagaria: Fagus is het plantengeslacht berk; de rups leeft echter op heide.

Auteursnaam en jaartal
(Thunberg, 1784)

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Herkenning

Voorvleugellengte: 15-21 mm. Goed herkenbare soort. Vaste kenmerken zijn de twee gebogen donkere dwarslijnen op de voorvleugel en de daartussen gelegen vrij forse donkere middenstip. De buitenste dwarslijn loopt door over de achtervleugel, die soms ook een middenvlek heeft. Het mannetje is groter dan het vrouwtje. De voorvleugel van het mannetje heeft iets rondere vleugelpunten en de voorrand is enigszins naar binnen gebogen. De grondkleur kan variëren van lichtgrijs tot donkergrijs of bruingrijs; het vrouwtje is over het algemeen donkerder. De vleugels van het vrouwtje zijn vrij klein in verhouding tot het lichaam, wat er op kan duiden dat het vrouwtje minder vliegactief is dan het mannetje.

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Heiden

Moerassen

Veengebieden

Planten

Dopheide

Struikhei

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden