Gevlekte winteruil

Conistra rubiginea

gevlekte winteruil

Vliegtijd & gedrag

Half september-half november en na de overwintering van februari-eind april in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen van klimop, wilg en sleedoorn.

Verspreiding

Levenscyclus

Gevlekte winteruil

Rups: april-juni. De rups foerageert op de bladeren van de waardplant; oudere rupsen laten zich mogelijk uit de boom op de grond vallen om te eten van afgevallen bladeren. De rups is, in tegenstelling tot de rupsen van andere Conistra-soorten, sterk behaard. Dit zou te maken kunnen hebben met een relatie met mieren, waarover al sinds de 19e eeuw gespeculeerd wordt, maar waarover nog geen zekerheid bestaat; de haren zouden daarbij een beschermende functie hebben. De soort overwintert als vlinder.

Museum

Verspreiding

In Europa van de Middellandse Zee tot Midden-Engeland, Zuid-Noorwegen, Midden-Zweden en Midden-Finland. Naar het oosten Klein-Azië, de Kaukasus en Armenië. Oude opgaven uit Oost-Azië hebben betrekking op andere soorten.

Benaming

  • Engelse naam Dotted Chestnut
  • Duitse naam Rost-Wintereule
  • Synoniemen Orrhodia rubiginea
    Dasycampa rubiginea

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
De winteruilen overwinteren als vlinder.De voorvleugels van deze winteruil zijn opvallend gevlekt. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
Conistra: konistra is een plaats met veel stof, een arena. Dit wijst op de spikkels op de vleugels, vooral bij C. rubiginea.rubiginea: robigo, rubigo is de kleur van roest, naar de grondkleur van de voorvleugels.

Auteursnaam en jaartal
(Denis & Schiffermüller, 1775)

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Herkenning

Voorvleugellengte: 15-17 mm. Door het bonte patroon van donkere vlekken en stippen op de bruinachtig gele of oranjerode voorvleugel is deze uil goed te onderscheiden van andere Conistra-soorten. De achtervleugel is bruinachtig grijs. De vleugels worden in een vlak boven het achterlijf gehouden, vaak ver over elkaar geschoven.

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Bossen

Heiden

Struwelen

Weilanden

Planten

Appel

Braam

Paardenbloem

Sleedoorn

Wilg

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden