Vliegtijd & gedrag
Begin mei-eind augustus in twee generaties; in gunstige jaren soms een partiële derde generatie in september-oktober. De vlinders zijn overdag gemakkelijk op te jagen uit lage vegetatie. Ze bezoeken vanaf de schemering bloemen van onder andere kruiskruid en komen goed op licht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Gewone bandspanner
Rups: juni-september. De soort overwintert als pop in een cocon op de grond.

Vlinder
Verspreiding
Van het Iberisch Schiereiland en heel Europa tot Kamtsjatka en de Koerilen (ssp. xenos, Bryk 1942). Ook in Noord-Amerika; in Noord-Europa tot boven de poolcirkel, in het zuiden: de westelijke Middellandse Zee-eilanden, Italië, de Balkan tot de Kaukasus.
Benaming
- Engelse naam Common Carpet
- Duitse naam Graubinden-Labkrautspanner
-
Franse naam
la Phalène du pied-de-lion
l'Alternée -
Synoniemen
Cidaria alternata
Epirrhoe sociata
Larentia sociata
Cidaria sociata
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De bandspanners hebben een bandtekening dwars over de vleugels.In ons land is dit de gewoonste van de bandspanners. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Epirrhoe: epirrhoe is een rivier, een overstroming. Dit verwijst naar de golflijnen op de vleugels.alternata: alternare is afwisselen; zwarte en witte banden wisselen elkaar af.
Auteursnaam en jaartal
(Müller, 1764)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 13-14 mm. Deze spanner is ondanks de tamelijk grote variatie over het algemeen goed herkenbaar. Over de voorvleugel loopt een patroon van donkergrijze en bruinachtig grijze banden. De donkerste en enigszins onregelmatige middenband heeft aan de buitenzijde één duidelijk uitstekende vrij stompe punt. Door het midden van de witte banden aan weerskanten van de middenband loopt een dunne grijze lijn. De buitenste witte band en de buitenste donkere band lopen duidelijk door over de achtervleugel; de andere banden doen dat veel vager.