Vliegtijd & gedrag
Begin mei-eind september in twee generaties; in gunstige jaren een partiële derde generatie tot in oktober. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen van onder andere kruiskruid.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Gewone breedvleugeluil
Rups: juni-juli en september-april. De rups foerageert ´s nachts en verbergt zich overdag in de strooisellaag; verpopt zich in de grond. De soort overwintert als rups op de grond.

Rups

Vlinder
Verspreiding
Noord-, Midden- en het noorden van Zuid-Europa. Naar het noorden tot Shetland en Scandinavië tot boven de poolcirkel. Naar het zuiden Noord-Spanje, Noord-Italië, Kroatië en Bulgarije. In Azië gemeld uit Rusland (naar het oosten tot Kamtsjatka maar niet in het Amoer/Oessoeri-gebied) en uit Midden-Azië maar daar is de scheiding met D. florida nog niet duidelijk.
Benaming
- Engelse naam Small Square-spot
- Duitse naam Rötliche Erdeule
- Franse naam la Noctulelle belle
-
Synoniemen
Agrotis rubi
Rhyacia rubi
Noctua bella
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De vlinders van het Genus Diarsia hebben brede voorvleugels. In rust valt dat niet zo sterk op omdat beide vleugels ver over elkaar heen gevouwen worden. Diarsia rubi is in ons land een gewone vlinder die verspreid over het hele land voorkomt. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Diarsia: diarsis is een opstanding. De betekenis daarvan is niet duidelijk. Hübner geeft geen uitleg. Er zou een verband mogelijk zijn met een haarpluimpje op het anale deel van het mannetje en dat zou soms rechtop komen te staan.rubi: rubus is het plantengeslacht braam. Deze soort is zeer polyfaag, maar zit zelden of nooit op braam.
Auteursnaam en jaartal
(Vieweg, 1790)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 12-16 mm. De voorvleugel is licht of donker rozeachtig bruin met een roodachtig bruine of donkerbruine bandering en bestuiving; het gedeelte tussen de ringvlek en de niervlek is altijd donkerder. Tussen de ringvlek en de binnenrand van de vleugel bevindt zich een kleine zwarte stip. De buitenste dwarslijn is aan de buitenzijde afgezet met een zeer donkere lijn die geleidelijk overgaat in een lichtere zone tot aan de golflijn; vaak zijn in deze zone de aders zwak donker bestoven. Vlinders van de tweede generatie zijn over het algemeen kleiner en donkerder.