Vliegtijd & gedrag
Eind april-eind september in twee, soms drie generaties. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen. Overdag rusten ze in de vegetatie.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Gewone silene-uil
Rups: juni-oktober. De jonge rups leeft in de zaaddozen van de waardplant; grotere rupsen foerageren alleen ´s nachts en verlaten overdag de waardplant om zich dicht bij de grond te verbergen. De soort overwintert als pop in een cocon in de grond.

Rups

Cocon

Vlinder
Verspreiding
Noord-Afrika (Marokko, Algerije), het Iberisch schiereiland, Frankrijk en de Benelux tot de Britse eilanden in het westen en de 64e breedtegraad in het noorden. Bicruris is een atlantisch-mediterraan faunaelement. De oostelijke grens loopt dwars door Midden-Europa maar is nog onvoldoende bekend. Er is overlapping met de westgrens van H. capsincola, een mongools faunaelement. Op een aantal plaatsen zullen beide voorkomen (Hacker, 1996).
Benaming
- Engelse naam The Lychnis
- Duitse naam Lichtnelkeneule
- Franse naam la Noctuelle capsulaire
- Oud Nederlandse naam brandende liefde-uil
-
Synoniemen
Harmodia bicruris
Hadena capsincola
Dianthoecia capsincola
Mamestra capsincola
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De rups leeft onder meer van anjerzaden.Dit is een vrij gewone soort en van de silene-uilen mogelijk de gewoonste. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Hadena: hades is de onderwereld. Schrank vertaald 'Trübeule' met 'moping owl' (kniezende uil). Deze naam had aanvankelijk de status van een familienaam.bicruris: bi- is twee en crus, cruris is de poot. Dit wijst op de verlenging van zowel de ronde als de niervlek met een poot tot tegen de costa.
Auteursnaam en jaartal
(Hufnagel, 1766)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 14-17 mm. De voorvleugel is tamelijk breed en heeft een grijsachtig bruine kleur met een fijne strokleurige tekening en een grote donkere tapvlek. De witachtig omrande ringvlek en niervlek zijn met hun binnenste uiteinden naar elkaar toe gericht en vormen bijna een V, waarvan de punt in de richting van de binnenrand van de vleugel wijst; beide vlekken staan vrijwel nooit werkelijk met elkaar in verbinding. De ringvlek is tamelijk langgerekt.