Vliegtijd & gedrag
Half mei-begin augustus in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Grauwe grasuil
Rups: augustus-april. De rups foerageert ´s nachts en verbergt zich overdag dicht bij de grond; jonge rupsen foerageren ook overdag. De soort overwintert als rups en verpopt zich in de grond.

Rups

Vlinder
Verspreiding
Europa en Azië naar het oosten tot Japan. Naar het noorden tot de poolcirkel en naar het zuiden Noord-Spanje, Sardinië, Midden-Italië, Noord-Griekenland, de Zwarte Zee en de Kaukasus.
Benaming
- Engelse naam Dusky Brocade
- Duitse naam Kleine Veränderliche Grasbüscheleule
- Franse naam la Brouillée
-
Synoniemen
Luperina remissa
Hadena remissa
Parastichtis remissa
Apamea gemina
Hadena gemina
Luperina gemina
Parastichtis obscura
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Alle grasuilen hebben een relatie met grassen.Het uiterlijk van de vlinder is nogal grauw en in de Engelse soortnaam is dusky verwerkt. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Apamea: apamea is de naam van een stad in Klein-Azië waar Theodorus, een van de oude kerkvaders woonde; verder zonder enthomologische betekenis. Auteurs gebruikten wel vaker namen van steden in Klein-Azië en telkens met een kerkelijke achtergrond en zonder verdere enthomologische betekenis: Thyatira (Ochsenheimer) en nicaea (Prunner). Antiochus de Grote tekende in Apamea een vredesovereenkomst met de Romeinen (88 v.Ch) na de verloren slag bij Magnesia.remissa: remissus is teruggestuurd, losjes, vrolijk. Er is geen bevredigende verklaring voor deze naam, mogelijk zit er helemaal niets enthomologisch achter en betekent het iets als: door Hübner teruggestuurd aan een van zijn correspondenten.
Auteursnaam en jaartal
(Hübner, 1809)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 17-19 mm. Een zeer variabele soort met verschillende kleurvormen. De voorrand van de tamelijk brede voorvleugel is vooral bij de vleugelpunt gebogen. De lichte golflijn is onregelmatig getand en heeft in het midden een duidelijke W. In de meeste gevallen is het middenveld donkerder gekleurd dan het wortelveld en het zoomveld; de ringvlek en de niervlek zijn lichter dan de ondergrond en gedeeltelijk donker omrand. De kleur van de voorvleugel varieert van bruinachtig grijs met een warmbruine marmering en een onopvallende of juist een uitgesproken tekening tot grijsachtig bruin met een patroon van vrij grote opvallende zandkleurige vlekken. Bij contrastrijk getekende exemplaren is een zwarte balk zichtbaar tussen de centrale dwarslijnen en zijn in het wortelveld doorgaans twee zwarte strepen zichtbaar.