Vliegtijd & gedrag
Begin mei-half oktober in twee generaties, waarvan de eerste het talrijkst is. Bij warm weer vliegen de vlinders soms ook overdag; ze bezoeken bloemen van onder andere kamperfoelie, spoorbloem en rododendron.
- Ga direct naar
- Levenscyclus
- Herkenning
- Foto's
- Habitat & Waardplanten
Verspreiding in Nederland
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Levenscyclus
Grauwe monnik
Rups: juli-september. De rups foerageert ´s nachts op de bloemen en de bladeren van de waardplant en verbergt zich overdag onder de onderste bladeren. De soort overwintert als pop in een stevige cocon in de grond (soms meerdere jaren).
Herkenning
Kenmerken vlinder
Voorvleugellengte: 22-26 mm. Deze uil lijkt qua vorm en rusthouding veel op de kamillevlinder (C. chamomillae), maar is over het algemeen groter en grijzer. De voorvleugel heeft een patroon van lichte strepen en fijne zwartachtige strepen; deze strepen lopen niet door tot in de franje. Kenmerkend is de vage lichtbruine veeg die door de vaak nauwelijks zichtbare ringvlek en niervlek loopt. De achtervleugel is witachtig met bruine aders.
Gelijkende soorten vlinder
Zie de kamillevlinder (C. chamomillae).
Foto's
Rups
Vlinder
Verspreiding
Zeldzaamheid
Vrij algemeen. Komt verspreid over het hele land voor, vooral in de duinen en op de zandgronden in het binnenland. RL: gevoelig.
België
Vrij algemeen in het hele land. Komt wijdverbreid voor in lage aantallen. De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Mondiaal
Bijna in heel Europa verbreid maar in de zuidelijkste delen van het Middellandse Zeegebied alleen in de bergen (Zuid-Spanje, Zuid-Italië, Griekenland). Naar het noorden tot de Orkney eilanden en Midden-Scandinavië. In Azië van Voor-Azië en de Kaukasus tot Oost-Siberië, Chinees Toerkestan en Mongolië.