Vliegtijd & gedrag
Mei-juni in één generatie. De vlinders komen op licht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Grijze heideuil
Rups: juni-maart. De soort overwintert als rups en verpopt zich in het vroege voorjaar.

Vlinder
Verspreiding
Zuidwest- en Midden-Europa: het Iberisch schiereiland, Frankrijk, Corsica, naar het noorden en oosten tot Noord-Frankrijk, België, Nederland, Noord-Duitsland, Midden-Polen, Tsjechië, Oostenrijk, Roemenië en Bulgarije. Het voorkomen in Italië is onbekend.
Benaming
- Duitse naam Graue Heidekrauteule
- Franse naam la Noctulelle de la callune
-
Synoniemen
Agrotis molothina
Lycophotia molothina
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
grijze heideuilDe enige waardplant van deze grijze uil is struikhei en de habitat is heidegebieden.De Duitse naam houdt hetzelfde als de Nederlandse. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Lycophotia: lukophos is schemering, naar het grijs met witte patroon op de vleugels.
Auteursnaam en jaartal
(Esper, 1789)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 16-18 mm. De vleugelwortel van de voorvleugel heeft langs de voorrand een lichte vlek, waardoor de dikke zwartachtige wortelstreep goed opvalt. De rest van de voorvleugel is bruinachtig grijs tot zeer donker, bijna zwartachtig grijs van kleur. Vooral lichtgrijze exemplaren maken een sterk bestoven indruk. De uilvlekken, die altijd lichter grijs zijn dan de rest van de vleugel, vallen duidelijk op. De ringvlek ligt in een geheel of gedeeltelijk wigvormig zwart vlak. De achtervleugel is licht gekleurd met donkerdere aders en de bovenzijde van het borststuk is opvallend donker. Soms komen donkerdere, minder contrastrijk getekende exemplaren voor.