Grijze heispanner

Pachycnemia hippocastanaria

grijze heispanner

Vliegtijd & gedrag

Begin maart-eind augustus in twee generaties; zeer zelden een derde generatie tot eind september. De vlinders worden overdag soms opgejaagd van de waardplant. Ze vliegen vanaf de schemering en komen goed op licht.

Verspreiding

Levenscyclus

Grijze heispanner

Rups: mei-september. De soort overwintert als pop.

Verspreiding

Van Noordwest-Afrika en het Iberisch Schiereiland via West- en Midden-Europa tot Zuid-Rusland; in het noorden tot Zuid-Scandinavië in het zuiden van de westelijke Middellandse Zee en de Balkan tot Klein-Azië.

Benaming

  • Engelse naam Horse Chestnut
  • Duitse naam Schmalflügeliger Heidekrautspanner
  • Franse naam la Pachycnémie des callunes . la Callunaire
  • Synoniemen Sthanelia hippocastanaria
    Pachycnemia modestaria

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
Deze spannersoort heeft struikheide als waardplant en de vlinder is vooral grijs (tot grijsbruin). Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
Pachycnemia: pakhus is dik en kneme is scheen (de tibia van een insectenpoot), naar de ontbrekende achtertibia van het mannetje.hippocastanaria: Aesculus hippocastanum is de witte paardekastanje. De naamkeuze is onduidelijk. De waardplant was destijds nog onbekend en de kastanje wordt zelden door vlinders benut. Het is goed mogelijk dat Hübner verkeerde informatie had gekregen. De grijze voorvleugels hebben soms een paarsachtige tint maar hebben niets van de kastanje. Later opperde Duponchel nog foutief dat de Casyanea sativa, de tamme kastanje was bedoeld.

Auteursnaam en jaartal
(Hübner, 1799)

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Herkenning

Voorvleugellengte: 14-16 mm De smalle afgeronde voorvleugel is kenmerkend, maar heel ongewoon voor een spanner. De vleugels liggen in rust over elkaar heen. Door deze vorm lijkt de soort op een grote microvlinder. De centrale dwarslijnen vallen meestal goed op, de binnenste is scherphoekig, de buitenste gebogen. Het veld ertussen is soms donkerder dan de rest van de vleugel, vooral bij het vrouwtje. De grondkleur varieert van licht- tot donkerbruin of grijsbruin en heeft soms een purperachtige tint. De lichtere achtervleugel is vuilwit van kleur.

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Bossen

Heiden

Parken

Planten

Struikhei

Wilg

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden