Grijze stipspanner

Idaea aversata

grijze stipspanner

Vliegtijd & gedrag

Begin juni-begin oktober in twee, soms drie generaties. De vlinders kunnen overdag uit de lage grasvegetatie of van boomstammen worden opgejaagd. Ze bezoeken vanaf de schemering bloemen zoals akkerdistel en komen goed op licht.

Verspreiding

Levenscyclus

Grijze stipspanner

Rups: juli-mei. De soort overwintert als jonge rups en verpopt zich in een losse cocon in de strooisellaag.

Museum

Verspreiding

Van Noord-Afrika en het Iberisch Schiereiland via West- en Midden-Europa (inclusief de Britse eilanden) oostwaarts via de gematigde zone tot Oost-Azië; in het noorden tot Noord-Scandinavië, in het zuiden: de westelijke Middellandse Zee-eilanden, Italië, de Balkan, Klein-Azië en Kazachstan.

Benaming

  • Engelse naam Riband Wave
  • Duitse naam Dunkelbindiger Doppellinien-Zwergspanne
  • Franse naam l'Impolie
  • Oud Nederlandse naam grijze vierstipspanner
  • Synoniemen Acidalia aversata
    Ptychopoda aversata
    Sterrha aversata
    Acidalia remutaria
    Acidalia remutata

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
De stipspanners hebben een meer of minder duidelijke middenstip op voor- en ook vaak op achtervleugels. Nagenoeg alle Scopula's en Idaea's zijn stipspanners. Grijze wijst op de band over de vleugels en ook de bestuiving is veelal grijs. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
Idaea: idaios heeft betrekking op de berg Ida, de uitzichtplaats van waaruit de goden en godinnen de gevechten rond Troje volgden.aversata: aversus is behorend bij het ondergedeelte. De discale vlek is aan de onderkant van de vleugel beter zichtbaar dan aan de bovenkant.

Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Herkenning

Voorvleugellengte: 14-16 mm. De voorvleugel is tamelijk langwerpig van vorm en loopt spits toe. De voorrand buigt vlak voor de vleugelpunt sterk naar beneden en de punt wijkt soms, nauwelijks zichtbaar, iets naar buiten uit waardoor het vleugeluiteinde enigszins haakvormig lijkt. De grondkleur is licht geelbruin tot zandkleurig bruin en de vleugels zijn bestrooid met donkergrijze schubjes, wat de vlinder een enigszins ruw uiterlijk geeft. Op zowel de voor- als de achtervleugel ligt een donkere middenstip. De binnenste en buitenste dwarslijnen zijn duidelijk zichtbaar, evanals de middelste dwarslijn. Bij een veel voorkomende vorm is de zone tussen de middelste en de buitenste dwarslijn donkergrijs, waardoor een over de vleugels lopende band gevormd wordt. In de buitenste dwarslijn zit een kenmerkende duidelijke knik naar binnen dicht bij de voorrand van de vleugel. Een golflijn ontbreekt nagenoeg.

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Beekoevers

Bossen

Duinen

Graslanden

Heiden

Moerassen

Rivieroevers

Struwelen

Tuinen

Planten

Muur

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden