Groene korstmosuil

Nyctobrya muralis

groene korstmosuil

Vliegtijd & gedrag

Half juni-begin september in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen; overdag rusten ze vaak op muren of daken.

Verspreiding

Levenscyclus

Groene korstmosuil

Rups: september-mei. De soort overwintert als jonge rups tussen korstmossen. De rups foerageert ´s nachts en verbergt zich overdag in een spinsel, waarin ook de verpopping plaatsvindt.

Verspreiding

Lokaal en verbrokkeld in Noordwest-Afrika (Marokko, Algerije) en in Zuid- en Midden-Europa. Naar het zuiden tot Sicilië en Griekenland. Naar het noorden tot Ierland, Zuid-Engeland, Nederland, Zuid-Nedersaksen, Thüringen en Saksen. Enkele exemplaren bij Berlijn en op öland (Zweden). Naar het zuidoosten mogelijk van Klein-Azië en de Kaukasus tot Israël en Zuidwest-Iran. Vroeger was C. amasina (Draudt, 1931) (Istrië, de Balkan en Voor-Azië) een ondersoort van N. muralis. Mocht na verder onderzoek blijken dat amasina inderdaad een zelfstandige soort is, dan moet de areaalgrens in het oosten worden herzien (Boursin, 1954, Hacker, 1989). Veel muralis-waarnemingen zullen dan naar amasina moeten worden verplaatst.

Benaming

  • Engelse naam Marbled Green
  • Duitse naam Hellgrüne Flechteneule
  • Synoniemen Bryophila muralis
    Bryophila lichenis
    Bryophila glandifera
    Bryophila par

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
De korstmosuilen hebben korstmos als waardplant.Deze soort is nogal variabel maar de donkere delen zijn altijd wel groenig van kleur. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
muralis: muralis is behorend bij een muur. Wijzend op het voedsel van de rups: korstmossen groeiend op muren.

Auteursnaam en jaartal
(Forster, 1771)

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Herkenning

Voorvleugellengte: 12-15 mm. Deze korstmosuil is te herkennen aan het feit dat de binnenste dwarslijn niet doorloopt tot aan de binnenrand van de vleugel. Ook de eerste dwarslijn raakt de binnenrand niet, maar buigt om in de richting van de binnenste dwarslijn, zodat tussen deze lijnen een lichte vlek in de vorm van een klaverblaadje zichtbaar is. De kleur van de vleugel varieert van groenachtig wit tot olijfgroen en heeft een variabel patroon van groene of soms oranjebruine vlekken. De zwarte dwarslijnen zijn over het algemeen duidelijk zichtbaar, maar kunnen vaag zijn.

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Boomgaarden

Bosachtige gebieden

Stedelijke omgeving

Struwelen

Planten

Gewoon korstmos

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden