Vliegtijd & gedrag
Half mei-begin september in één, soms twee generaties. De vlinders worden overdag soms rustend op de waardplant gevonden. Ze vliegen vanaf de schemering en foerageren al vliegend op kamperfoelie en op andere planten met buisvormige bloemen. Ze komen op licht. De zuurstokroze vlinder kan kleuren onderscheiden in het donker. De avondrood heeft ogen met grotere lenzen waarin de afstand die het licht nodig heeft om de receptoren te bereiken is verkort. Hierdoor kunnen ze ultraviolet, geel en blauw detecteren. (Kelber et al, 2003; Johnsen et al, 2006)
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Groot avondrood
Imago: half mei-begin september in één, soms twee generaties.Rups: juni-oktober. De rups foerageert ´s nachts maar komt op mooie dagen soms ook in de namiddag tevoorschijn om op een stengel te rusten en valt dan goed op. Rupsen die op zoek zijn naar een plaats om zich te verpoppen, vallen op door hun grootte en door de opvallende oogvlekken. Pop: de soort overwintert als pop in een losse cocon in de strooisellaag.

Ei-afzet

Rups

Cocon

Vlinder
Verspreiding
Heel Europa, uitgezonderd Noord-Scandinavië en Midden-Spanje. Verder van Klein-Azië tot noordelijk Iran. Niet in Noord-Afrika.
Benaming
- Engelse naam Elephant Hawk-moth
- Duitse naam Mittlerer Weinschwärmer
- Franse naam le Sphinx de la vigne
-
Oud Nederlandse naam
avondrood
olifantrups
olifantspijlstaart
olifantsvlinder -
Synoniemen
Chaerocampa elpenor
Pergesa elpenor
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Twee van de pijlstaartsoorten heten avondrood; ze vliegen in de avond en hebben een mooie kleur rood op lijf en vleugels.Het groot avondrood is de grootste van de twee. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Deilephila: deile is avond en phileo is houden van; veel van de soorten binnen dit (vroeger veel omvangrijker) genus vliegen graag in de schemering.elpenor: Elpenor was een van de figuren uit het gezelschap van Odysseus (Ulysses) en die door Circe werd veranderd in een zwijn. De kleine, intrekbare kop en de smalle thoraxsegmenten van de rups hebben inderdaad wel iets van een varkenskop. De naamkeuze kan beïnvloed zijn door die van D.porcellus.
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 28-33 mm. Goed herkenbaar aan de roze met olijfgroene voorvleugel met enkele strakke diagonale lijnen en de roze met zwarte achtervleugel. Op het olijfgroene borststuk bevindt zich een tamelijk scherp afgetekend rozerood lijnenpatroon dat zich voortzet in een lengtestreep over het achterlijf. Er is geen verschil tussen het mannetje en het vrouwtje en er is weinig variatie in kleur en tekening.