Vliegtijd & gedrag
Eind maart-half augustus in één generatie. De vlinders vliegen in het donker vaak boven de waardplant en komen op licht; de vrouwtjes worden soms ei-afzettend gezien.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Grote berberisspanner
Rups: juni-juli. De soort overwintert als pop in de grond.

Rups

Vlinder
Verspreiding
Van Noord-Afrika en Spanje via West- en Midden-Europa naar het oosten tot Rusland; in het zuiden tot Toerkmenistan en Noord-Iran. Noord-Zuid van Zuid-Scandinavië tot de zuidrand van de Alpen.
Benaming
- Engelse naam Scarce Tissue
- Duitse naam Grosser Berberitzenspanner
- Franse naam la Phalène couleur de cerf
- Oud Nederlandse naam malvaspanner
-
Synoniemen
Rheumaptera cervinalis
Calocalpe cervinalis
Rheumaptera certata
Cidaria certata
Eucosmia certata
Larentia certata
Rheumaptera cervinata
Eubolia cervinaria
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Berberissoorten, ook de gekweekte, zijn de waardplanten van deze soort.Deze soort groter is dan Pareulype berberata, de andere berberisspanner. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
cervinalis: cervinus is deel uitmakend van een hert; of vanwege de lichtbruine kleur of omdat het mediane vlak dikwijls splitst als een gewei. De uitgang -alis geeft aan dat Scopoli deze soort bij de Pyraliden had ondergebracht, waarschijnlijk vanwege de vleugelhouding in rust.
Auteursnaam en jaartal
(Scopoli, 1763)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 19-22 mm. De voorvleugel heeft een afwisselend patroon van dwarsbanden in verschillende tinten bruin met daartussen enkele licht gekleurde lijnen. De donkergevlekte binnenste en buitenste zone van de middenband liggen tamelijk dicht bij elkaar en vloeien soms gedeeltelijk samen. Door de donkere gegolfde lijnen in de dwarsbanden en de vaak zwart aangezette aders krijgt deze spanner een wat ongelijkmatig uiterlijk. Langs de enigszins gekartelde achterrand van de vleugel loopt een zigzaggende zwarte franjelijn; deze is ook aan de onderkant van zowel de voor- als de achtervleugel duidelijk zichtbaar. Een belangrijk kenmerk aan de onderkant van de voor- en achtervleugel wordt gevormd door de opvallende donkere middenstip; tevens bevindt zich op de onderkant van de voorvleugel een dubbele vlek bij de voorrand.