Grote groenuil

Bena bicolorana

grote groenuil

Vliegtijd & gedrag

Eind mei-begin augustus in één generatie; ook enkele recente waarnemingen uit september. De vlinders komen zowel op licht als op smeer.

Verspreiding

Levenscyclus

Grote groenuil

Rups: juli-mei. De jonge rups overwintert op of vlak bij een knop van de waardplant; de rups foerageert op de knoppen en de bladeren. De verpopping vindt plaats in een stevige cocon die de vorm heeft van een bootje, meestal op of onder een blad van de waardplant maar ook wel in de strooisellaag.

Verspreiding

Komt voor van het Iberisch schiereiland en via de noordkant van de Middellandse zee tot Iran. Naar het noorden tot Schotland, Zuid-Scandinavië en de Baltische Staten. Naar het oosten tot de Oeral.

Benaming

  • Engelse naam Scarce Silver-lines
  • Duitse naam Eichen-Kahneule
    Grosse Kahneule
  • Franse naam la Halias du chêne
    la Chappe verte à bande
  • Oud Nederlandse naam autumnusvlinder
    eikenbladroller
    groene spinner
    jagershoedje
  • Synoniemen Hylophila bicolorana
    Chloeophora bicolorana
    Pseudoips bicolorana
    Chloephora bicolorana
    Bena prasinana
    Halias quercana

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
De groenuilen hebben groen op de voorvleugels.Ongetwijfeld is dit de grootste van de groenuilen. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
Bena: waarschijnlijk is bena een nietszeggende fantasienaam.

Auteursnaam en jaartal
(Fuessly, 1775)

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Herkenning

Voorvleugellengte: 19-23 mm. Dit heldergroene visstaartje lijkt op een uil met een vrij slank borststuk en een brede hoekige voorvleugel waarvan de voorrand sterk gebogen is. De randen van de voorvleugel zijn geel- of groenachtig wit, evenals de twee scherpe, ruwweg evenwijdige en bijna rechte dwarslijnen die schuin over het middenveld lopen. De binnenste dwarslijnen raken elkaar bij de binnenrand van de voorvleugel. De achtervleugel is wit. De antennen, palpen en voorpoten zijn licht zalmroze van kleur. Er is nauwelijks variatie; heel soms ontbreekt één van de twee dwarslijnen of is de vleugelzoom enigszins geelbruin getint.

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Loofbossen

Parken

Planten

Berk

Eik

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden