Grote voorjaarsspanner

Agriopis marginaria

grote voorjaarsspanner

Vliegtijd & gedrag

Begin februari-eind april in één generatie. De mannetjes komen soms in grote aantallen op licht, vooral wanneer de hele nacht lang met lichtvallen in het bos wordt gevangen; soms ook op stroop. De mannetjes kunnen ook in de middag al vliegend waargenomen. De vrouwtjes kunnen worden gevonden door ´s morgens boomstammen af te zoeken.

Verspreiding

Levenscyclus

Grote voorjaarsspanner

Rups: april-juni. De rups lijkt sterk op de najaarsspanner (Agriopis aurantiaria) en is alleen van die soort te onderscheiden door de kortere haren. De soort overwintert als pop in de grond.

Verspreiding

Van het Iberisch Schiereiland via Midden-Europa tot de Oeral; in het zuiden: het Middellandse Zeegebied en via de Zwarte Zee tot de Kaukasus, in het noorden tot in Zuid-Scandinavië.

Benaming

  • Engelse naam Dotted Border
  • Duitse naam Graugelber Breitflügelspanner
  • Franse naam l'Hibernie hâtive
  • Synoniemen Hybernia marginaria
    Erannis marginaria
    Hibernia marginaria
    Abraxas marginaria
    Hibernia progemmaria

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
De grote voorjaarsspanner vliegt in februari, maart en april. Het is de grootste van de drie voorjaarsspanners. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
Agriopis: agrios is wild en ops, opos is het gezicht, vanwege de ruwe schubben die de voorkant bekleden.marginaria: margo, marginis is een grens.

Auteursnaam en jaartal
(Fabricius, 1776)

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Herkenning

Voorvleugellengte: 16-20 mm. Het mannetje heeft een bruinachtige voorvleugel en is nogal variabel van kleur en tekening; is echter goed herkenbaar aan de opvallende rij zwarte stippen langs de achterrand van de voor- en achtervleugel. Bij afgevlogen exemplaren zijn de stippen minder duidelijk. Van de centrale dwarslijnen zit in de buitenste een dubbele knik terwijl de binnenste vrijwel recht loopt. Het vleugelloze vrouwtje heeft duidelijk aanwezige vleugelstompjes met gewoonlijk donkere dwarslijnen of -banden en de kleur varieert van bruinwit tot donkerbruin.

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Bossen

Graslanden

Heiden

Struwelen

Tuinen

Planten

Appel

Berk

Beuk

Eik

Els

Linde

Sleedoorn

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden