Vliegtijd & gedrag
Half juni-begin september en na de overwintering van midden februari-begin juni in één generatie. De grote vos is een zwerflustige soort. De vlinders voeden zich met sap van bloedende bomen, rottend fruit en honingdauw.
- Ga direct naar
- Levenscyclus
- Herkenning
- Foto's
- Habitat & Waardplanten
Verspreiding in Nederland
Trends
Onderstaande diagrammen tonen de veranderingen van de talrijkheid in de loop van de tijd. De gegevens zijn afkomstig uit het Landelijk Meetnet Vlinders (CBS / De Vlinderstichting) en de Nationale Databank Flora en Fauna.
Levenscyclus
Grote vos
Rups: eind april-half juli. Jonge rupsen leven in nesten bij elkaar, volwassen rupsen leven solitair. De verpopping vindt plaats op de voedselplant. De soort overwintert als vlinder in een grot, holle boom en zelfs in nestkasten.
ei-afzet
Een vrouwtje dat eitjes wil afzetten, vliegt rond de bovenste takken van hoge, vrijstaande bomen. Het vrouwtje zet de eitjes in groepjes van enkele tientallen tot soms wel driehonderd bij voorkeur af rondom slanke, jonge eindloten.
rups en verpopping
De rupsen blijven aanvankelijk als groep bijeen en maken een gezamenlijk spinsel waarin ze leven. Zij eten vooral jonge bladeren. Als de bladeren op zijn, lopen ze naar een nieuwe plek en spinnen daar wederom een nest. Rupsen hebben scherpe doorntjes, waarmee ze vijanden afschrikken. Bovendien bewegen ze continu, zodat uit het spinsel een groot aantal dreigende stekels komt. De rupsen blijven samen tot ze volgroeid zijn. Daarna leven ze alleen en zonnen geregeld op takken die uitsteken. In deze periode zijn ze erg kwetsbaar voor vijanden, vooral sluipwespen. Om zich te verpoppen kruipen ze uit de boom of laten zich op de grond vallen. Ze verpoppen zich niet ver van de boomstam, meestal in de grond maar ook hangend aan bijvoorbeeld een schuurtje of een hek, op ooghoogte of nog hoger.
vlinders
Op de vliegplaatsen is de dichtheid laag, zo’n 6 tot 100 vlinders per km2. De eerste vlinders van de nieuwe generatie verschijnen in juni en zijn vooral te vinden op zonnige plaatsen op boomstammen. Deze eten veel om voldoende reserves op te bouwen om de winter door te komen. Ze voeden zich met sap van bloedende bomen, rottend fruit of druppels honingdauw. Dit in tegenstelling tot de vlinders die overwinterd hebben, die vooral nectar van bloeiende wilgen drinken.De meeste grote vossen gaan vroeg in de zomer in winterrust, de laatste vlinders worden in september gezien. De winterschuilplaatsen zijn koel en donker. Vooral plaatsen met oud hout worden gebruikt, voorbeelden zijn stapels hout, holle bomen of oude, houten schuurtjes.De eerste vlinders kunnen op een warme dag in februari te voorschijn komen. In het voorjaar verdedigen de mannetjes een territorium op een warme open plek nabij de bosrand. Vooral ´s middags vliegen ze laag boven de grond met korte, snelle vleugelslagen en glijvluchten. Vrouwtjes zonnen veel op één tot twee meter hoogte op boomstammen, soms lager op stenen of afgezaagde boomstronken. Als een vrouwtje door een mannetje wordt ontdekt, vliegt ze meteen weg. Het mannetje volgt haar op korte afstand totdat ze weer gaat rusten. Vervolgens vliegen ze samen verder in een golvende vlucht. Deze balts kan enkele uren duren en uiteindelijk vindt de paring plaats op een boomstam of in de strooisellaag.
Herkenning
Kenmerken vlinder
Voorvleugellengte: 27-32 mm. De bovenkant van de voorvleugel is oranjebruin; langs de achterrand van de voorvleugel liggen geen blauwe maanvlekken. Langs de voorrand van de voorvleugel liggen enkele grote zwarte vlekken in het middenveld bevinden zich vier zwarte vlekken.
Kenmerken rups
Tot 45 mm; lichaam zwart met zeer fijne witte spikkels en oranje lengtestrepen over rug en flanken; doorns oranje bruin; kop zwart.
Gelijkende soorten vlinder
De verschillen tussen de vossen worden in meer detail beschreven in dit overzicht. De kleine vos heeft langs de achterrand van de vleugels blauwe maanvlekken; bovendien liggen in het middenveld van de voorvleugel slechts drie zwarte vlekken. Zie ook de gehakkelde aurelia. De basis kleur van de oostelijke vos is iets meer rood getint, de vier vlekken in het middenveld zijn meestal verschillende van grootte en ietwat vierkant (rond bij de grote vos), de twee stipjes aan de basis van de voorkant van de voorvleugel raken elkaar meestal niet (vaak wel bij de grote vos) en de poten zijn lichtbruin (donkerbruin of zwart bij de grote vos).
Foto's
Ei-afzet
Rups
Cocon
Vlinder
Museum
Habitat
Verspreiding
Zeldzaamheid
De grote vos is een zeldzame vlinder. Hij werd acuut met uitsterven bedreigd maar hij wordt de laatste tijd vaker gezien. Er wordt sinds 2019 ook voortplanting vastgesteld.
Mobiliteit
De grote vos is een zeer mobiele vlinder die veel zwerft. De exacte afstanden die deze vlinder kan afleggen zijn niet bekend.
Regionaal
In Nederland kwam de grote vos aan het begin van de twintigste eeuw voor op de voedselarme zandgronden, in de duinstreek en in Zuid-Limburg. De grote vos is in de periode tussen 1900 en 1950 in wisselend aantal gevonden, maar toch gestaag achteruitgegaan. Tussen 1950 en 1980 kwam hij in zeer kleine aantallen en vooral in Zuid-Limburg voor, maar daarna is de stand verder verslechterd.In de jaren tachtig zijn enkele jaren achtereen exemplaren nabij Maastricht gezien, in het voorjaar van 1996 is er nog een nest met ongeveer tachtig rupsen bij Heerlen gevonden en langs de kust en op de Waddeneilanden wordt zo nu en dan een exemplaar gezien.Jarenlang werden daarna nog maar sporadisch grote vossen gezien in Nederland, maar vanaf 2010 is het aantal waarnemingen fors toegenomen. Dit komt vooral door migratie uit het oosten. Inmiddels is de grote vos in sommige delen van Oost-Nederland inmiddels talrijker dan de kleine vos.
Europa
Op Europese schaal is de grote vos niet bedreigd, maar 15 van de 36 landen waar de soort voorkomt melden een achteruitgang gemeld. De grote vos staat op de Vlaamse, Waalse en Duitse Rode Lijst en is verdwenen uit Groot-Brittannië.
Mondiaal
De grote vos komt voor van West-Frankrijk en het zuiden van Groot-Brittannië tot Centraal-Azië en van Scandinavië tot Noord-Afrika.