Incidenteel (voorlopige rode lijst)

Harige winteruil

Dasypolia templi

Vliegtijd & gedrag

Eind augustus-oktober/maart in één generatie. De paring vindt plaats in het najaar, waarna de mannetjes sterven; de vrouwtjes overwinteren en zetten in het voorjaar de eieren af op de waardplant. De vlinders komen op licht.

Harige winteruil

Verspreiding in Nederland

Harige winteruil

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Levenscyclus

Harige winteruil

Rups: april-augustus. Jonge rupsen leven op de bloemen en op de stengel van de waardplant, oudere rupsen leven in de stengel en in de wortels. De verpopping vindt ondergronds in de wortelstok plaats.

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 18-23 mm. Een stevig gebouwde, sterk behaarde uil met een grof geschubde voorvleugel. De voorvleugel heeft een groenachtig bruine of een bruinachtig gele grondkleur met donkerbruine en grijze spikkels; lichte geelachtige exemplaren zijn vaak mannetjes. De ringvlek en niervlek zijn klein, licht van kleur en doorgaans duidelijk zichtbaar. De donkere dwarslijnen zijn geschulpt.

Kenmerken rups

Tot 50 mm; plomp; lichaam bleek okerkleurig grijs met op de rug een bruinachtig roze zweem, met opvallende, zwarte vlekjes; kop roodachtig bruin.

Verspreiding

Zeldzaamheid

Deze soort is slechts eenmaal waargenomen in Rotterdam in 1985.

België

Deze soort komt niet in België voor.

Mondiaal

Een noord-areaal: de Britse eilanden, heel Scandinavië zuidelijk tot Denemarken, Sleeswijk-Holstein en verder naar het oosten Estland en Karelië. En een verbrokkeld zuid-areaal dat vooral uit bergen bestaat: Alpen, Vogezen, Rhône-gebied, Cantabrisch gebergte, Sudeten, Tatra, Karpaten, Oost-Oekraïne, Apenijnen, bergen in Marokko, de Kaukasus, het hoogland van Armenië, Midden-Siberië, Noord-Iran en Afganistan.

Habitat

Vooral ruige graslanden, duinen en moerasachtige gebieden.

Waardplant

Duinen

Graslanden

Moerassen

Planten

Berenklauw en engelwortel.

Waardplant

Berenklauw

Engelwortel

Benaming

  • Engelse naam Brindled Ochre
  • Franse naam la Noctuelle du temple
  • Synoniemen Dasypolia alpina

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
De wintervlinders overwinteren als vlinder.Dasypolia templi is een grove en sterk behaarde uil. Zie ook ’toelichting wetenschappelijke naam’. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
Dasypolia: dasus is borstelig, onverzorgd en polios is grijs. Het hele lijf is bezet met lange grijze haren. Een bedoelde verwijzing naar het genus Polia is mogelijk maar niet waarschijnlijk.templi: templum is een tempel, een kerk. Mannetjes gaan dood in de herfst maar de bevruchte vrouwtjes overwinteren, verstopt in steenholtetjes, in muren van gebouwen e.d. Het is mogelijk dat het eerste exemplaar een vrouwtje was dat in een kerk werd gevonden. Dit laatste is natuurlijk speculatief.

Auteursnaam en jaartal
(Thunberg, 1792)

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden