Vliegtijd & gedrag
Half mei-eind juli in één generatie. De mannetjes vliegen in de schemering rond de waardplanten, waarbij ze een ananasachtige geur verspreiden om vrouwtjes te lokken; ook bij zonsopgang worden ze soms vliegend waargenomen. Zowel mannetjes als vrouwtjes komen in kleine aantallen op licht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Heidewortelboorder
Rups: augustus-april. De rups, die onder de grond leeft en zich voedt met wortels en (ondergrondse) stengeldelen, overwintert tweemaal en verpopt zich in de grond.

Vlinder
Verspreiding
Van Europa naar het oosten tot Japan (ssp. japonicus, Inoue, 1982). Wel in Engeland en op Sicilië; ontbreekt op Corsica, Sardinië en Kreta.
Benaming
- Engelse naam Gold Swift
- Duitse naam Heidekraut-Wurzelbohrer
-
Franse naam
l'Hépiatique
l'Hépiale de la fougère
la Platte-en-masse -
Oud Nederlandse naam
gouden wortelboorder
heidekruidwortelboorder
kleine hopvlinder
varenwortelboorder -
Synoniemen
Hepialus hecta
Hepialus hectus
Hepialus flina
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De rups van een wortelboorder boort gangen in de wortels van de waardplant. Een van de habitats van deze soort is heide. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
hecta: hectikos is hectisch, onrustig; dit slaat op óf de manier van vliegen óf op de tekening van de vleugels óf op beide.
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: ♂ 12-15 mm, ♀ 13-16 mm. De goudkleurige tekening op de voorvleugel van het mannetje is kenmerkend. Anders dan bij de andere wortelboorders loopt de band aan de vleugelbasis min of meer parallel aan de buitenste band en is vaak halverwege afgebroken. Het minder contrastrijk gekleurde vrouwtje heeft brede, purpergrijze banden op de voorvleugel.