Vliegtijd & gedrag
Eind mei-eind augustus in één generatie; heel soms een tweede generatie in september-oktober. De vlinders komen op licht, smeer en bloeiende grassen.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Helmgrasuil
Rups: augustus-mei. De soort overwintert als jonge rups. De rups foerageert ´s nachts en verbergt zich overdag in de grond, waar ook de verpopping plaatsvindt.

Rups

Vlinder

Museum
Verspreiding
Een uitgesproken zoutminnende kustsoort die beperkt is tot Noordwest-Afrika en West-Europa. Verbreid in de duinen en achterliggende graslanden vanaf Marokko via Portugal, Spanje, Frankrijk, België, Nederland, Duitsland, Denemarken tot aan de Baltische staten in de Oostzee. Ook in Zuid-Zweden, de oost-, zuid- en westkust van Engeland en Zuid-Ierland. Langs de Middellandse Zee aan de voet van de Pyreneeën en in de Ebro-delta.
Benaming
- Engelse naam Shore Wainscot
- Duitse naam Zickzack-Zahnspinner
- Oud Nederlandse naam grote stranduil
-
Synoniemen
Aletia litoralis
Leucania litoralis
Mythimna littoralis
Leucania littoralis
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Alle grasuilen hebben een relatie met grassen.De rupsen van deze soort zijn gespecialiseerd op helmgras. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Mythimna: mithimna is een stad op het eiland Lesbos. Deze uitleg komt van Treitschke die 'Die Schmetterlinge von Europa' afmaakte na de dood van Ochsenheimer. Sodoffsky (1837) verbeterde de spelling naar Mithimna.litoralis: litoralis betekent behorende bij de zeekust, hetgeen de habitat is van deze soort.
Auteursnaam en jaartal
(Curtis, 1827)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 15-18 mm. Kenmerkend is de opvallende witte hoofdader met de witte vertakkingen, die vanaf de vleugelwortel tot aan de achterrand zichtbaar is. De grondkleur van de voorvleugel is strokleurig tot geelachtig bruin; langs de voorrand echter lichter en rond de witte aders juist donkerder gekleurd. De achtervleugel is glanzend wit.