Vliegtijd & gedrag
Half mei-half juli in één generatie. De vlinders komen matig op licht en bezoeken bloemen van onder andere vlinderstruik.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Helmkruidvlinder
Rups: half juni-september. De soort overwintert als pop in een stevige cocon in de grond (soms meerdere jaren).

Ei-afzet

Rups

Cocon

Vlinder
Verspreiding
In Zuid-Europa tot Midden-Spanje, Sicilië en Griekenland. Naar het noorden tot de Noordzee, Denemarken, Zuid-Zweden en de Baltische staten (een enkeling in Zuid-Engeland). De areaalgrenzen in het zuiden en oosten zijn onduidelijk i.v.m. verwisseling met gelijkende verwanten. Een opgave uit Marokko wordt betwijfeld. De meest oostelijke en zekere vindplaatsen liggen in West-Turkije (Ronkay & Ronkay, 1994).
Benaming
- Engelse naam Water Betony
- Duitse naam Braunwurz-Mönch
- Franse naam la Cucullie de la scrophulaire
-
Oud Nederlandse naam
helmkruidmonnik
kuifvlinder - Synoniemen Shargacucullia scrophulariae
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Helmkruidvlinder is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders' (begin vorige eeuw).De waardplanten van deze soort zijn helmkruid en toorts. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Cucullia: cucullus is een hoed, een monnikskap. Naar de opvallende monnikskapachtige haartooi op de torax. scrophulariae: Scrophularia is het plantengeslacht helmkruid, dat van de voedselplanten van deze soort.
Auteursnaam en jaartal
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 18-22 mm. Deze uil lijkt zeer sterk op de kuifvlinder (C. verbasci), maar is over het algemeen iets kleiner en lichter van kleur. Net als bij de andere Cucullia-soorten is de halskraag behaard, waardoor de vlinder een kap op lijkt te hebben.