Bedreigd

Heremietuil

Ipimorpha retusa

heremietuil

Vliegtijd & gedrag

Begin juli-half oktober in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen en honingdauw.

Verspreiding

Levenscyclus

Heremietuil

Rups: april-mei. Jonge rupsen leven tussen samengesponnen bladeren, meestal aan twijguiteinden. De verpopping vindt plaats in een cocon in de grond. De soort overwintert als ei op de waardplant.

Museum

Verspreiding

Nagenoeg heel Europa; naar het noorden tot Midden-Engeland, Zuid-Noorwegen, Midden-Zweden, Zuid-Finland en Karelië. Naar het zuiden tot Centraal-Spanje, Midden-Italië, Macedonië, Bulgarije en westelijk Klein-Azië. Via Noord- en Midden-Azië tot Sachalin en Japan.

Benaming

  • Engelse naam Double Kidney
  • Duitse naam Weiden-Blatteule
  • Franse naam la Cosmie rétuse
  • Oud Nederlandse naam kluizenaar
  • Synoniemen Plastenis retusa
    Zenobia retusa

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
Heremietuil is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders' (begin vorige eeuw).Een heremiet is een kluizenaar, iemand die een verborgen leven leidt; dit geldt ook voor de rups van deze soort, die leeft tussen samengesponnen bladeren. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
Ipimorpha: ipos is in een muizenval, het stukje hout dat de muis klem zet en morphe is de vorm van. Dit verwijst naar de tekening op de vleugels. Om deze omschrijving te begrijpen zou men wel moeten weten hoe de muizenval van Hübner er uitzag.retusa: retusus is stomp, bot. 'Met het uiteinde stomp en breed gegolfd'. Naar de golfvorm van de achterrand van de voorvleugel.

Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1761)

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Herkenning

Voorvleugellengte: 13-15 mm. De tamelijk brede voorvleugel van deze uil heeft een opvallende, sterk golvende achterrand die vlak voor de vleugelpunt naar binnen buigt en eindigt in een duidelijk naar achter buigende punt. De vrij donkere olijfbruine voorvleugel is vaak fijn grijs bestoven en heeft een enigszins violetachtige tint. De beide uilvlekken hebben een fijne, lichte omlijning; de tamelijk grote ringvlek is opvallend langgerekt en soms niervormig. De centrale dwarslijnen zijn dun en licht van kleur. De tamelijk rechte, soms licht gebogen binnenste dwarslijn buigt bij de binnenrand naar binnen in de richting van de vleugelwortel, zodat in rusthouding de binnenste dwarslijnen van beide voorvleugels samen grofweg een breed uitlopende omgekeerde V vormen. De buitenste dwarslijn loopt ongeveer parallel aan de binnenste en maakt bij de binnenrand een lichte golfbeweging. De dwarslijnen zijn donker afgezet en over de vleugel loopt een donkere middenschaduw. Er is weinig variatie.

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Moerassen

Rivieroevers

Vochtige loofbossen

Planten

Populier

Wilg

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden