Vliegtijd & gedrag
Augustus-half oktober in één generatie. De vlinders komen op licht en zijn overdag gemakkelijk op te jagen uit de takken van de waardplant.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Hoekbanddennenspanner
Rups: oktober-juli; wordt vooral waargenomen in de maanden mei-juli. De rupsen van alle Thera-soorten zijn groen met witte lengtestrepen wat kenmerkend is voor rupsen die naaldbomen als waardplant hebben. De soort overwintert als ei of als jonge rups op de waardplant en verpopt zich tussen de naalden van de waardplant of in de strooisellaag eronder.

Vlinder

Museum
Verspreiding
Van het Iberisch Schiereiland, West- en Midden-Europa inclusief de Britse eilanden oostwaarts tot Rusland; in het noorden tot Midden-Scandinavië, in het zuiden: Italië, de Balkanlanden, Klein-Azië tot in de Kaukasus. De van de Pyreneeën bekende en ook in Marokko voorkomende ssp ulicata (Rambus, 1834) wordt tegenwoordig als 'bona species' aangeduid (Mazel 1998).
Benaming
- Engelse naam Pine Carpet
- Duitse naam Herbst-Kiefern-Nadelholzspanner
- Franse naam la Corrithée pectinée
-
Synoniemen
Larentia firmata
Thera firmata
Cidaria firmata
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Dennen en andere naaldbomen zijn de waardplanten van deze spannersoort.Deze dennenspanner heeft een scherpe hoek in de band op de voorvleugel. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Pennithera: Thera is een eiland in de Egeïsche Zee; verdere uitleg is niet te geven.firmata: firmo is bevestigen, zeker stellen. Soorten binnen dit genus zijn moeilijk op naam te brengen.
Auteursnaam en jaartal
(Hübner, 1822)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 13-16 mm. De voorvleugel is zandkleurig, grijsbruin of donker roodachtig bruin. Een belangrijk kenmerk is de scherpe en diepe inkeping aan de binnenzijde van de middenband, waardoor deze band in het midden vrij smal lijkt. Er is weinig variatie. Het vrouwtje is over het algemeen iets groter dan het mannetje.