Vliegtijd & gedrag
Mei-juni in één generatie, soms een partiële tweede generatie in augustus. De vlinders vliegen overdag bij zonnig weer, vooral aan het eind van de ochtend en het begin van de middag. Ze bezoeken bloemen van onder andere hondsdraf, slangenkruid, gewone rolklaver, rododendron, sering en spoorbloem.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Hommelvlinder
Rups: juni-augustus. De soort overwintert als pop in een losse cocon in de strooisellaag of in de grond.

Rups

Vlinder
Verspreiding
Van de Pyreneeën via heel West-, Midden- en Oost-Europa naar het noorden van de Britse eilanden, Zuid-Scandinavië en Noord-Rusland. Ook in het Middellandse Zeegebied, maar niet in Spanje en Portugal, niet op Sardinië, Zuid-Griekenland, Kreta en Cypres. In Noord-Afrika in de Midden-Atlas. Naar het oosten via Klein-Azië en de Zwarte Zee tot de Kaspische Zee en Oost-Iran.
Benaming
- Engelse naam Narrow-bordered Bee Hawk-moth
- Duitse naam Skabiosenschwärmer
-
Franse naam
le Sphinx bourdon
le Sphinx bombyliforme
le Sphinx de la scabieuse -
Oud Nederlandse naam
beek-glasvleugelpijlstaart
glasvleugelpijlstaart
knautia glasvleugelpijlstaart
scabiosepijlstaart
smalgerande hommelvlinder -
Synoniemen
Hemaris scabiosae
Hemaris bombyliformis
Macroglossa bombyliformis
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De hommelvlinder lijkt op een hommel, maar is groter en beweeglijker. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Hemaris: hemera is de dag, wijzend op het dagactieve karakter van dit genus.tityus: Tityus was een reus die amoureuze bedoelingen had met Diana en voor straf moest hij uitgestrekt op de grond van de onderwereld liggen terwijl aasgieren of slangen zijn steeds weer aangroeiende lever oppeuzelden, aldus Ovidius in zijn Metamorphoses. De omvang van Tityus besloeg negen acres ( is 9 x 0,4047 ha).
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 18-21 mm. Een compact gebouwde kleine pijlstaart met transparante, donkerbruin omzoomde vleugels. De vlinders lijken op hommels en wolzwevers; ze zijn echter veel groter en beweeglijker en strijken niet neer bij het foerageren. Kenmerkend is de tamelijk brede cel, die in het wortelveld langs de voorrand van de voorvleugel ligt en die niet door aders in kleinere cellen is opgedeeld. Op het achterlijf bevinden zich twee smalle zwartachtige banden, die gedeeltelijk verdoezeld worden door goudkleurige haren. In de loop van de vliegtijd verdwijnen de goudkleurige haren en worden de zwarte banden beter zichtbaar. Bij verse exemplaren hebben de vleugels een heel dunne laag grijze schubben, die de vlinder tijdens de eerste vlucht echter al verliest.