Hoogveenaarduil

Coenophila subrosea

hoogveenaarduil

Vliegtijd & gedrag

Juli-augustus in één generatie. De vlinders komen op licht en vooral de vrouwtjes komen op smeer. Soms worden ze rustend aangetroffen op pitrus.

Verspreiding

Levenscyclus

Hoogveenaarduil

Rups: september-juli. De soort overwintert als rups, die tijdens zachte winterdagen doorgaat met foerageren. De verpopping vindt plaats in een zijden spinsel tussen verticale stengels.

Verspreiding

Europa: de zuidelijke helft van Scandinavië, de Baltische staten, Wit-Rusland, Noord-Rusland tot de Oeral, Noord-Polen, Noord-Duitsland (Heinicke, 1993) en een vangst uit 1958 in Nederland. Zuidelijker sterk verbrokkeld. In Azië van Siberië oostelijk tot Sachalin, het Amoer- en Oessoeri-gebied, Mongolië, Noord-China, Korea en Noord-Japan. In Canada en het noorden van de VS de soort C. opacifrons (Grote, 1878) die vroeger een ssp. was van subrosea (Kononenko, Lafontaine & Mikkola 1989).

Benaming

  • Engelse naam Rosy Marsh Moth
  • Duitse naam Hochmoor-Bodeneule
  • Franse naam la Noctulelle de l'andromède
  • Synoniemen Eugraphe subrosea
    Rhyacia subrosea
    Agrotis subrosea

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
Deze aarduil is gebonden aan moerassen en hoogveengebieden. Dat de rups op of in de grond zou leven is waarschijnlijk afkomstig van de Duitse soortnaam. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
subrosea: sub- is iets en roseus is rooskleurig, blozend; naar de tint op de voorvleugel.

Auteursnaam en jaartal
(Stephens, 1829)

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Herkenning

Voorvleugellengte: 17-22 mm. Een goed herkenbare uil. De vrij brede voorvleugel is meestal rozeachtig met een grijze of bruinachtige tint. Vanaf de binnenste dwarslijn loopt via de ringvlek tot aan de niervlek een zwartachtig balkje, dat deel uitmaakt van een breder uitlopend, meestal donker vlak waarin beide uilvlekken zijn opgenomen. De achtervleugel heeft een donkere zone langs de achterrand. Het mannetje heeft geveerde antennen.

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Hoogveen

Moerassen

Planten

Clematis

Gagel

Wilg

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden