Vliegtijd & gedrag
Half mei-half augustus in één generatie. De meeste vlinders vliegen van begin juni tot half juli. Verse vlinders en parende exemplaren kunnen overdag rustend op populierenstammen worden gevonden; vliegende exemplaren worden weinig gezien. Omdat deze soort een onvolledig ontwikkelde roltong heeft, is het geen bloembezoeker. Recent is een effectief feromoonpreparaat voor deze soort ontwikkeld.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Hoornaarvlinder
Rups: augustus-mei van het derde of vierde jaar. De rupsen brengen het grootste deel van hun ontwikkeling door in de wortels; sommige bomen worden jaar in jaar uit bewoond. De soort overwintert twee of drie keer, de eerste (en soms ook de tweede) winter als onvolgroeide rups en daarna als volgroeide rups in een cocon. De uitkruipgaten bevinden zich aan de basis van de stam. Gedurende het vliegseizoen kunnen lege poppen uit de stam steken of op de grond eronder liggen. De vrouwtjes laten hun eieren aan de basis van de stam vallen.

Ei-afzet

Rups

Cocon
_27359_Marian Schut.webp)
Vlinder

Museum
Verspreiding
Een algemene soort van Zuid- en gematigd-Europa. In Noord-Europa in de Zuid-helft van Scandinavië. Verder nog in Noordwest-Turkije en in delen van West-Azië. Ingevoerd in Noord-Amerika.
Benaming
- Engelse naam Hornet Moth
- Duitse naam Hornissen-Glasflügler
-
Oud Nederlandse naam
geelkopwespvlinder
grote wespvlinder
horzelvlinder -
Synoniemen
Aegeria apiformis
Trochilia apiformis
Trochilium apiforme
Trochilium apiformis
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De hoornaarvlinder lijkt veel op de sociale wespensoort hoornaar (Vespa crabro).De hoornaarvlinder werd vroeger horzelvlinder genoemd. Jan Christian Sepp (circa 1770) schrijft daarover het volgende: 'Zoowel in Gelderland, als op de Duinen buiten Haarlem, ving de Heer Ver-Huell, en ook wij zelve, nu en dan wel eens onzen tegenwoordigen Vlinder meestal zittende tegen de stam der boomen. In de eersten oog-opslag meenden wij veelal eene Wesp of Horzel te zien; dan bij nadere beschouwing bespeurden wij onze dwaling. De Latijnsche naam van ons Voorwerp, dat onder de zoogenaamde Basterd-Pijlstaart-Vlinders behoort, is Sesia Craboni-formis, en in navolging van deze naam noemen wij denzelven den Horzelgelijkenden Vlinder.' Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Sesia: ses is de vlinder of zijn rups. Linnaeus had de Sphinx in vier 'subfamilies' opgedeeld: 1) Legitimae alis angulatis; de pijlstaarten met gehoekte vleugels, 2) Legitimae alis integris; de pijlstaarten het 'hele' vleugels, 3) Legitimae alis integris; de pijlstaarten het 'hele' vleugels en die ook een anale pluim hebben en 4) Adscitae habitu & larva diversae; toegevoegde soorten, er anders uitziend en met andersoortige rupsen (Adscita en Zygaena). Fabricius noemde de derde groep Sesia en deze omvatte: de glasvleugelvlinders, de vlinders met een gelijkenis met andere insecten en de kolibrieachtige vlinders. De meeste kregen een naam waarin de gelijkenis met een ander insect werd duidelijk gemaakt. Latreille maakte de groep kleiner en liet er alleen de glasvleugelvlinders in toe. Nu is de naam slechts beperkt tot dit ene genus.apiformis: apis is een bij en formis, forma is lijkt op.
Auteursnaam en jaartal
(Clerck, 1759)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 17-21 mm. Is even groot en fors als de hoornaar (Vespa crabro) en vertoont bij verstoring dezelfde schokkerige wespachtige bewegingen; is echter feller geel van kleur en mist de wespentaille. Kenmerkend zijn de gele kop en de opvallend gele 'epauletten' op de zwarte schouderdeksels.