Bedreigd

Hoornbloemdwergspanner

Eupithecia pygmaeata

hoornbloemdwergspanner

Vliegtijd & gedrag

Half april-eind augustus in twee generaties. De vlinders vliegen overdag bij zonnig weer en bezoeken dan bloemen; het zijn snelle vliegers. Ze rusten met gespreide vleugels op een smal blad; daarbij staat het lichaam haaks op de lengterichting van het blad en worden de vleugels tegen het blad gedrukt. De vlinders komen soms op licht.

Verspreiding

Levenscyclus

Hoornbloemdwergspanner

Rups: juni-september. De soort overwintert als pop in de strooisellaag (vaak twee jaren).

Verspreiding

Spanje, Frankrijk en de Britse eilanden in het westen, in het zuiden tot Italië en Roemenië en in het noorden tot boven de poolcirkel. Naar het oosten tot Siberië en Mongolië. Ook in Noord-Amerika.

Benaming

  • Engelse naam Marsh Pug
  • Duitse naam Zwerg-Blütenspanner
  • Franse naam l'Eupithécie pygmée
  • Synoniemen Tephroclystia pygmaeata
    Eupithecia pygmaearia
    Eupithecia palustraria

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
Alle soorten uit het Genus Eupithecia plus nog een aantal andere kleine spanners zijn samengebracht onder de groepsnaam dwergspanner.Hoornbloem is een belangrijke waardplant van deze dwergspanner. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
Eupithecia: eu is goed, goedig en pithex, pithekos is een dwerg. De vlinders hebben een aantrekkelijk uiterlijk en zijn klein. Haworth schrijft: mooie vlinders, als ze rusten zien ze er prachtig uit: de vleugels gespreid en vlak, elegant gedrukt tegen de ondergrond; eigenlijk helemaal ontworpen om ze in vlinderkasten te verzamelen.Pygmaeata: pygmaeus is een pigmee, een dwerg. Een van de kleinste soorten van het genus waar Hübner deze vlinder in plaatste: het genus Geometra.

Auteursnaam en jaartal
(Hübner, 1799)

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Herkenning

Voorvleugellengte: 8-9 mm. Een van de kleinste van de dwergspanners die in Nederland voorkomen; herkenbaar aan de bijna chocoladebruine grondkleur. De voorrand van de voorvleugel is tamelijk recht en de vleugelpunt is vrij spits. Soms is een duidelijke vleugeltekening aanwezig, vooral aan de voorrand, maar de vlinders zijn meestal grotendeels ongetekend, soms egaal zonder grijs. In de binnenrandhoek ligt een witte stip en in enkele gevallen is zelfs een lichte golflijn aanwezig. De franje is gewoonlijk bruin en wit geblokt.

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Duinen

Graslanden

Grazige ruigten

Moerassen

Stedelijke omgeving

Wegbermen

Planten

Hoornbloem

Muur

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden