Vliegtijd & gedrag
Half april-half september in twee generaties. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen op licht. Overdag worden ze soms opgejaagd van de waardplant.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Hopdwergspanner
Rups: begin juni-begin oktober. De soort overwintert als pop in de strooisellaag.

Rups

Vlinder
Verspreiding
Van West-Europa inclusief de Britse eilanden tot ver in Azië (Siberië, Armoergebied); in het noorden in Zweden en Finland tot de 67e breedtegraad en in het zuiden tot Spanje, Portugal, Italië en de Balkan.
Benaming
- Engelse naam Currant Pug
- Duitse naam Hopfen-Blütenspanner
- Franse naam l'Eupithécie du groseiller
- Oud Nederlandse naam kleine bessenspanrups
- Synoniemen Tephroclystia assimilata
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Alle soorten uit het Genus Eupithecia plus nog een aantal andere kleine spanners zijn samengebracht onder de groepsnaam dwergspanner.Hop is een belangrijke waardplant van deze dwergspanner. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Eupithecia: eu is goed, goedig en pithex, pithekos is een dwerg. De vlinders hebben een aantrekkelijk uiterlijk en zijn klein. Haworth schrijft: mooie vlinders, als ze rusten zien ze er prachtig uit: de vleugels gespreid en vlak, elegant gedrukt tegen de ondergrond; eigenlijk helemaal ontworpen om ze in vlinderkasten te verzamelen.Assimilata: assimilis is lijkend op. Lijkt op andere Eupithecia's.
Auteursnaam en jaartal
Doubleday, 1856
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 9-12 mm. Het meest in het oog springend is de grote crèmekleurige vlek in de binnenrandhoek van de voorvleugel; ook de crèmekleurige golflijn is opvallend. Zowel de middenstip als de vlekken langs de voorrand zijn goed zichtbaar. De grondkleur van de tamelijk korte afgeronde voorvleugel is gelijkmatig rood- of grijsachtig bruin. De franje van de voor- en achtervleugel is geblokt. In rust imiteert de vlinder een uitstekend takje door de vleugels plat op de ondergrond te houden met het achterlijf omhoog.