Vliegtijd & gedrag
Half mei-eind juli in één generatie. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes vliegen in de schemering en na het invallen van de duisternis; beide komen op licht. De mannetjes voeren tijdens de schemering een opvallende baltsvlucht uit, soms met tientallen tegelijk. Ze vliegen in een slingerbeweging boven een bepaalde plek heen en weer en verspreiden daarbij een soort bokkenlucht waardoor vrouwtjes worden aangetrokken. Die vliegen op hun beurt rechtstreeks op een mannetje af, waarna ze samen op de grond vallen. Parende exemplaren zijn bij het licht van een zaklamp gemakkelijk te vinden in lage vegetatie.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Hopwortelboorder
Rups: juli-mei. De rups leeft onder de grond en voedt zich met wortels en (ondergrondse) stengeldelen. De rups overwintert één- of tweemaal en verpopt zich tussen de wortels.

Ei-afzet

Rups

Vlinder

Museum
Verspreiding
Van Europa naar het oosten tot Japan (ssp. japonicus, Inoue, 1982). Wel in Engeland en op Sicilië; ontbreekt op Corsica, Sardinië en Kreta.
Benaming
- Engelse naam Ghost Moth
- Duitse naam Grosser Hopfen-Wurzelbohrer
- Franse naam l'Hépiale du houblon
- Oud Nederlandse naam hopvlinder
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De rups van een wortelboorder boort gangen in de wortels van de waardplant. Hop is een van de waardplanten. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Hepialus: hepialos is grote opwinding; dit heeft betrekking op de levendige, afwisselende vlucht van de vlinders uit dit genus; eigenlijk van alle vlinders in deze familie.humuli: humulus is het plantengeslacht 'hop'. Linnaeus veronderstelde dat de rupsen uitsluitend op dit plantengeslacht leefden.
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: ♂ 21-29 mm, ♀ 21-35 mm. De grootste van onze wortelboorders. Het mannetje heeft doorgaans effen witte voor- en achtervleugels, die aan de onderkant bruingrijs zijn. Het vrouwtje is te herkennen aan de gele tot geelroze voorvleugel waarover onregelmatig vlekkerige oranje tot rozerode strepen lopen, één vanuit de vleugelwortel en één vanuit de vleugelpunt, die samen een soort V vormen en waarbinnen zich nog enkele vlekken bevinden. Dit patroon van schuine, meer of minder grillige strepen of bandjes is kenmerkend voor de wortelboorders.