Iepenuil

Cosmia diffinis

iepenuil

Vliegtijd & gedrag

Begin juli-half augustus in één generatie. Vooral de mannetjes komen op licht, vaak al vroeg in de avond.

Verspreiding

Levenscyclus

Iepenuil

Rups: april-juni. De rups leeft tussen samengesponnen bladeren en zit graag op de uitlopers onderaan de stam van de waardplant. De rups is kannibalistisch, ook als er voldoende voedsel aanwezig is. De verpopping vindt plaats in een cocon in de strooisellaag. De soort overwintert als ei.

Vlinder

Verspreiding

Lokaal in Midden- en Zuid-Europa; in het zuiden tot Zuid-Spanje, Zuid-Italië, Noord-Griekenland, Bulgarije en Zuid-Rusland. In het noorden tot Midden-Engeland, Zuid-Nederland en ongeveer tot de noordrand van het Middelgebergte met enkelingen in Denemarken en een geïsoleerde populatie op Gotland, Litouwen en verder tot de Zwarte Zee. Op de Balken komt diffinis voor samen met de gelijkende C. confinif (Herrich & Schäffer, 1849)( rhodoptis, Boursin, 1962) en daarom zijn waarnemingen daar nog niet helemaal betrouwbaar.

Benaming

  • Engelse naam White-spotted Pinion
  • Duitse naam Weissflecken-Ulmeneule
  • Franse naam le Nacarat
  • Synoniemen Calymnia diffinis

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
De (enige) waardplant van deze soort is de iep. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
Cosmia: kosmios is gepast, netjes, naar het duidelijke uiterlijk van de soorten binnen dit genus. Deze naam werd al genoemd door Hübner in zijn Tentamen, 1806.diffinis: met diffinis wordt aangegeven dat deze soort veel lijkt op affinis, maar er toch wel degelijk van verschilt. Deze woordconstructie, affinis/diffinis, gebruikte Linnaeus wel vaker.

Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1767)

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Herkenning

Voorvleugellengte: 14-16 mm. Deze uil lijkt qua rusthouding en vleugeltekening sterk op de donkere iepenuil (C. affinis). Langs de voorrand van de roodachtig bruine voorvleugel bevinden zich vrij grote helderwitte vlekken die scherp afgetekend zijn.

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Bossen

Kapvlakten

Windsingels

Planten

Iep

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden